I (A)
120A
Voorbeeld voor functie HotStart
Dynamiek
Om een optimaal lasresultaat te bereiken, kan in veel gevallen de dynamiek worden inge-
steld.
Instelbereik: 0 - 100 (komt overeen met een stroomtoename van 0 - 200 A)
Functie:
Tijdens de druppelovergang of in geval van kortsluiting vindt een kortstondige verhoging
van de stroomsterkte plaats om een stabiele lichtboog te verkrijgen.
Als de elektrode in het smeltbad dreigt te zakken, verhindert deze maatregel het opdrogen
van het smeltbad alsmede een langdurige kortsluiting van de lichtboog. Een vastzittende
staafelektrode is hierdoor vrijwel onmogelijk.
Dynamiek instellen:
1
2
Voorbeelden:
-
-
-
Pulslassen
Pulslassen is lassen met pulserende lasstroom. Het wordt toegepast bij het positielassen
van stalen buizen en bij het lassen van dunne platen.
30
90A
0,5 s
Toets 'Ingestelde waarde' indrukken totdat
weergave 'Dynamiek' brandt
Instelwieltje draaien totdat de gewenste correctiewaarde is bereikt
-
Stroombron is gereed voor lassen
OPMERKING! De maximale 'Dynamiek'-stroom is als volgt begrensd:
-
bij TransPocket 150 op 180 A
-
bij TransPocket 180 op 220 A
Dynamiek = 0
-
Dynamiek gedeactiveerd
-
zwakke en spatarme lichtboog
Dynamiek = 20
-
Dynamiek met 40 A stroomverhoging
-
hardere en stabielere lasboog
Dynamiek = 60, ingestelde lasstroom = 100 A
-
bij TransPocket 150: daadwerkelijke stroomverhoging slechts 80 A, want maxi-
maal stroomlimiet bereikt!
-
bij TransPocket 180: Dynamiek met 120 A stroomverhoging
Kenmerken van de functie SoftStart:
-
Kenmerken van de functie HotStart:
-
-
-
t
1 s
1,5 s
Vermindering van porievorming bij be-
paalde types elektroden
Verbetering van de ontstekingseigen-
schappen, ook bij elektroden met
slechte ontstekingseigenschappen
Beter opsmelten van het grondmateri-
aal in de startfase, daardoor minder
koude plekken
Verregaande vermijding van slakken-
insluitsels