Zwerfstromen
12
De laselektrode (staafelektrode, wolfraamelektrode, lasdraad, enz.)
-
nooit ter afkoeling in vloeistoffen onderdompelen
-
nooit aanraken wanneer de stroombron is ingeschakeld
Tussen de laselektroden van twee lasapparaten kan bijvoorbeeld de dubbele
nullastspanning van één lasapparaat voorkomen. Bij gelijktijdige aanraking
van de potentialen van beide elektroden bestaat dan onder bepaalde omstan-
digheden levensgevaar.
Laat de net- en apparaatkabels regelmatig door een elektromonteur op een
juiste werking van de randaarde controleren.
Sluit het apparaat alleen aan op een wandcontactdoos met randaardecontact
die deel uitmaakt van een geaard stroomnetwerk.
Wordt het apparaat op een stroomnetwerk zonder randaarde en een wand-
contactdoos zonder randaardecontact aangesloten, dan geldt dit als ernstig
nalatig. De fabrikant is niet aansprakelijk voor hieruit voortvloeiende schade.
Zorg, indien noodzakelijk, met hiertoe geschikte middelen voor voldoende aar-
ding van het werkstuk.
Schakel niet-gebruikte apparaten uit.
Draag bij werkzaamheden op hoogte een valbeschermingsuitrusting.
Voor u werkzaamheden aan het apparaat uitvoert, moet u het apparaat uit-
schakelen en de netstekker uit de wandcontactdoos halen.
Plaats een duidelijk leesbaar en begrijpelijk waarschuwingsbord om te voor-
komen dat de netstekker opnieuw in de wandcontactdoos wordt gestoken en
het apparaat weer wordt ingeschakeld.
Na het openen van het apparaat:
-
alle onderdelen die elektrisch geladen zijn, ontladen
-
controleren of alle componenten van het apparaat stroomloos zijn
Indien u werkzaamheden moet uitvoeren aan spanningvoerende delen, werk
dan samen met een tweede persoon, die de hoofdschakelaar bijtijds kan uit-
schakelen.
Als onderstaande aanwijzingen niet worden opgevolgd, ontstaan er mogelijk
zwerfstromen. Deze kunnen het volgende veroorzaken:
-
brand
-
oververhitting van onderdelen die in contact staan met het werkstuk
-
beschadiging van randaardeleidingen
-
beschadiging van het apparaat en andere elektrische installaties
Zorg voor een stevige verbinding tussen de werkstukklem en het werkstuk.
Bevestig de werkstukklem zo dicht mogelijk bij de plaats waar u gaat lassen.
Zorg bij een elektrisch geleidende ondergrond voor voldoende isolatie tussen
de ondergrond en het apparaat.
Houd bij het gebruik van stroomverdelers, units met een dubbele kop enz. re-
kening met het volgende: Ook de elektrode van de niet-gebruikte lastoorts/
elektrodenhouder is spanningvoerend. Zorg voor een voldoende geïsoleerde
opslagpositie voor de niet-gebruikte lastoorts/elektrodenhouder.
Bij geautomatiseerde MIG/MAG-toepassingen moet de elektrode goed geïso-
leerd van de lasdraadhouder, grote spoel of draadspoel naar de draadtoevoer
worden geleid.