Problemen met de hardware-installatie oplossen
Problemen bij de installatie van de hardware oplossen
Probleem
Nieuwe apparatuur wordt
niet herkend als onderdeel
van het systeem.
Aan de slag
Wanneer u hardware toevoegt of verwijdert, zoals een extra diskettedrive,
kan het nodig zijn het workstation opnieuw te configureren. Als u
een Plug and Play-apparaat installeert, wordt dit door bepaalde
besturingssystemen automatisch herkend, waarna de configuratie van
het workstation automatisch wordt aangepast. Als u een apparaat installeert
dat niet compatibel is met Plug and Play, moet u het workstation opnieuw
configureren nadat de installatie van de nieuwe hardware is voltooid.
Mogelijke oorzaak
Apparaat is niet goed
geplaatst of aangesloten.
Kabel(s) van nieuwe
externe apparatuur
zitten los of
voedingskabels zijn
niet aangesloten.
Het nieuwe externe
apparaat is niet
aangezet.
U heeft de wijzigingen
in de configuratie niet
geaccepteerd toen het
systeem u hierover
informeerde.
Een Plug and Play-kaart
wordt mogelijk niet
automatisch
geconfigureerd als de
standaardconfiguratie
een conflict met andere
apparaten veroorzaakt.
www.hp.com
Problemen oplossen
Aanbevolen oplossing
Controleer of het apparaat goed
is aangesloten en of de pinnen van
de connector niet verbogen zijn.
Controleer of alle kabels goed
zijn aangesloten en of de pinnen
van de kabel of de connector niet
verbogen zijn.
Schakel het workstation uit, schakel
het externe apparaat in en schakel
vervolgens het workstation weer
in om het apparaat in het systeem
te integreren.
Start het workstation opnieuw op
en volg de instructies voor het
accepteren van de wijzigingen.
Gebruik Computer Setup
(Computerinstellingen) om
apparaten opnieuw te configureren
of uit te schakelen en zodoende het
conflict op te lossen.
3–9