Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Beschrijving Van De Werking Van De Solviscontrol; Basisfuncties - Solvis SolvisMax Handleiding

Bediening door de gebruiker van de installatie
Inhoudsopgave

Advertenties

7 Beschrijving van de werking van de SolvisControl

7
Beschrijving van de werking van de SolvisControl

7.1 Basisfuncties

Warmwater
Circulatie
Naverwarming
Zonnecircuitregeling
30
De warmwaterbereiding wordt legionellavrij en overeenkomstig het doorstroomprincipe via
een externe warmtewisselaar uitgevoerd, en waarborgt zo de kwaliteit van het tapwater.
De aftaptemperatuur van het warmwater wordt via een flowmeter geregeld. Als warm wa-
ter wordt afgetapt, schakelt de regeling de warmwaterpomp in en regelt het toerental voor
een constante warmwatertemperatuur.
De pomp van de warmwatercirculatie wordt ingeschakeld als de temperatuur aan de circu-
latievoeler kleiner is dan de gewenste temperatuur minus „Verschil in". De pomp wordt
weer uitgeschakeld als de gewenste temperatuur wordt bereikt. Na de uitschakeling is de
pomp gedurende ca. 10 minuten geblokkeerd. Aanvullend op deze besturing van de tem-
peratuur bestaat de mogelijkheid om de tijden waarop de circulatiepomp in bedrijf dient te
zijn te begrenzen of de pomp met behulp van de pulsfunctie in te schakelen. Hierbij moet
de waterkraan kort geopend en vervolgens weer dichtgedraaid worden. Beide opties kun-
nen gelijktijdig geactiveerd zijn.
De SolvisControl is voorzien van de volgende functies voor het starten van de warmte-
generator:
• „WARMWATER>AANVRAAG": als de temperatuur in het bereik van de warmwaterbuffer
daalt tot onder de verhoging voor de gewenste warmwatertemperatuur van „Buffer dT
start" = 12 K, schakelt de ketel om naar warmwatervoorrang (verwarmingscircuits „Uit")
en laadt dit gedeelte van de voorraadboiler.
• Toets naverwarming warmwater: buiten de verwarmingstijden kan, indien nodig, de voor-
raadboiler sneller worden verwarmd, zie
• „VERWARMING>AANVRAAG" levert de gewenste aanvoertemperatuur. Als twee of meer
verwarmingscircuits aanwezig zijn, wordt telkens de hoogste aanvoertemperatuur gese-
lecteerd, minstens echter een „basistemperatuur".
• Naverwarming bereik verwarmingsbuffer (onder het bereik van de warmwaterbuffer). Als
de temperatuur in het bovenste bereik (S4, „Verw.buffer boven") kleiner is dan de aan-
gevraagde temperatuur plus „Aanvraag start" (1K*), wordt warmte aangevraagd. Uit-
schakeling vindt plaats:
SolvisMax Futur / Solo
van de verwarmingsbuffer (S9, „Verw.buffer onder") wordt bereikt.
SolvisMax / SolvisMax Pur
temperatuurverschil (6 K* resp. 12 K*) aan S4 („Verw.buffer boven") wordt bereikt.
• De aansturing van de zonnecircuitpomp wordt overeenkomstig het in- en uitschakelver-
schil met betrekking tot de desbetreffende temperatuursensoren uitgevoerd. De zonne-
circuitpomp wordt via de collectorvoeler (S8) ingeschakeld. Na afloop van de minimale
looptijd en het bereiken van de uitschakelvoorwaarde wordt deze automatisch uitge-
schakeld:
– inschakelvoorwaarde: S8 > S3 + inschakelverschil [12K]
– uitschakelvoorwaarde: S5 < S3 + inschakelverschil [8K]
• Regeling van de zonnecircuitpomp: het debiet in de zonne-installatie wordt met behulp
van toerentalgeregelde zonnecircuitpompen zodanig geregeld dat de temperaturen in de
voorraadboiler zo spoedig mogelijk en overeenkomstig de behoefte worden geladen. In
samenwerking met het lagen-laadsysteem wordt de voorraadboiler hierdoor snel in staat
van gereedheid gebracht, en hoeft de brander, vergeleken met normale systemen, in
mindere mate na te verwarmen.
* Deze waarden kunnen uitsluitend worden ingesteld in de bedrijfdmodus „Fabrieksservice".
hoofdstuk „Water" op pagina 20.
: als de gewenste aanvoertemperatuur in het onderste bereik
: als de gewenste aanvoertemperatuur plus het uitschakel-
L 30-NL – Technische wijzigingen voorbehouden 10.09

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave