8 Verhelpen van storingen
Stooklijn afstellen
Probleem
Alle ruimtes zijn, onafhankelijk van de
buitentemperatuur, te sterk verwarmd*
De ruimtetemperatuur is, onafhankelijk
van de buitentemperatuur, te laag*
De ruimtetemperatuur is tijdens de
wintermaanden te laag, tijdens de over-
gangsperiode echter voldoende
De ruimtetemperatuur is tijdens de
wintermaanden voldoende, tijdens de
overgangsperiode echter te laag
De ruimtetemperatuur is tijdens de
wintermaanden voldoende, tijdens de
overgangsperiode echter te hoog
De ruimtetemperatuur is tijdens de
wintermaanden te hoog, tijdens de over-
gangsperiode echter voldoende
Correcties van de stooklijn bij storingen van de ruimtetemperatuur
36
De nauwkeurige instelling van de stooklijn kan met behulp van de regels in de
onderstaande tabel worden uitgevoerd. Om energie te besparen dienen correc-
ties uitsluitend in kleine stappen uitgevoerd te worden.
Bij alle correcties is tijd benodigd om deze in werking te laten treden.
Derhalve dient u minimaal één dag te wachten alvorens verdere correc-
ties in te voeren.
Oplossing
Gewenste ruimtetemperatuur verlagen (
en nachttemperatuur wijzigen" op pagina 25).
Gewenste ruimtetemperatuur verhogen
"Steilte" verhogen (
paragraaf "Wat is een stooklijn" op pagina 25)
De gewenste ruimtetemperatuur in het verwarmingstijdprogramma verhogen
en de "Steilte" verlagen**
De gewenste ruimtetemperatuur in het verwarmingstijdprogramma verlagen
en de "Steilte" verhogen**
„Steilte" verlagen
* Eerst moeten alle verwarmingskleppen volledig worden geopend. De correcties
aan de ruimtetemperatuur kunnen vervolgens via de instelling van de stooklijn
worden uitgevoerd. Als u de comforttemperatuur voor de ruimte waarin u het
meest aanwezig bent heeft bepaald, en andere ruimten iets koeler dienen te
zijn, kunt u de temperatuur in deze ruimten individueel instellen door de ver-
warmingskleppen dicht te draaien.
** De gewenste ruimtetemperatuur dient zodanig ingesteld te worden dat het
temperatuurverschil gecompenseerd wordt. Vervolgens kunt u de steilte met
0,05 per 2 °C temperatuurverschil in de tegenrichting wijzigen. Voorbeeld: de
ruimtetemperatuur is tijdens de overgangsperiode ca. 4 °C te laag, tijdens de
wintermaanden echter voldoende. De gewenste ruimtetemperatuur in de ver-
warmingstijdprogramma's moet vervolgens met deze waarde verhoogd en de
steilte met 0,1 verlaagd worden.
hoofdstuk „Gewenste ruimte-
L 30-NL – Technische wijzigingen voorbehouden 10.09