Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

7) Reset (Res); 8) Autoset (Auto); 9) Toegangswachtwoord (Code); 10) Synchronisatie (Bus) - Beninca DIVA.3 Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Deze functie activeert het signaal voor een onderhoudsverzoek na een aantal manoeuvres, ingesteld door de installateur. Ga als volgt te werk om het
aantal manoeuvres te activeren en te selecteren:
Druk op de toets <PG>, op het scherm verschijnt OFF, wat aangeeft dat de functie is gedeactiveerd (standaardwaarde).
Gebruik de toetsen <+> en <-> om een van de voorgestelde numerieke waarden (van OFF tot 100) te selecteren. De waarden moeten worden opgevat
als honderden manoeuvre-cycli (bv.: de waarde 50 staat voor 5000 manoeuvres). Druk op de OK-toets om de functie te activeren. De display toont het
bericht PROG. Het onderhoudsverzoek wordt aan de gebruiker kenbaar gemaakt door het flitslicht nog 10 seconden ingeschakeld te laten na voltooiing
van het openings- of sluitingsmanoeuvre.
RESET van de regeleenheid. AANDACHT!: Reset de regeleenheid op de standaardwaarden.
Als u de <PG> toets voor de eerste keer indrukt, gaat het RES-bericht knipperen; als u nogmaals op de <PG> toets drukt, wordt de regeleenheid gereset.
Opmerking: De zenders worden niet van de ontvanger verwijderd evenmin als het toegangswachtwoord.
Alle logica en parameters worden teruggezet op hun standaardwaarden, dus moet de automatische instellingsprocedure worden herhaald.
Met deze functie kunnen de optimale bedrijfswaarden voor de werking van de automatisering worden ingesteld. Op het einde van de procedure worden
de optimale waarden voor het KOPPEL ingesteld (PMO/PMC en PSO/PSC). Voor de autoset of automatische instelling:
a) Zorg ervoor dat er in de manoeuvreerruimte geen obstakels zijn; baken zo nodig de ruimte af om toegang door personen, dieren, auto's enz. te
voorkomen.
Tijdens de automatische instelling is de anti-beknellingsfunctie niet actief. b)
Selecteer de functie AUTO en druk op PG.
c) Het bericht UNLK verschijnt, ontgrendel de slagboom en verplaats de stang handmatig tot hij in de open positie staat, er verschijnt WAIT op de display.
d) Na enkele seconden verschijnt het bericht LOCK, de slagboom opnieuw vergrendelen.
e)
De regeleenheid brengt de stang langzaam in de sluitpositie.
f)
Er worden automatisch twee volledige openings- en sluitingsmanoeuvres uitgevoerd, op beperkte en normale snelheid. Daarna is de
automatische instellingsprocedure voltooid.
Als de bewerking niet slaagt, verschijnt het bericht ERR. Herhaal de procedure na controle van de bedrading en de aanwezigheid obstakels.
BELANGRIJK: Na elke wijziging van de parameters FSTS, FSTC, SLDO, SLDC, TSMO, TSMC voert de slagboom een volledig openings- en
sluitingsmanoeuvre uit om de nieuwe stroom- en koppelwaarden te verwerven. Het bericht "PRG" verschijnt op de display. Herhaal na elk onderhoud
de automatische instellingsprocedure.

14.3.9) TOEGANGSWACHTWOORD (CODE)

Hiermee kunt u een beveiligingscode invoeren voor toegang tot de programmering van de regeleenheid.
Er kan een alfanumerieke code van vier tekens worden ingevoerd met de cijfers 0 tot en met 9 en de letters A-B-C-D-E-F.
De standaardwaarde is 0000 (vier nullen) en geeft aan dat er geen beveiligingscode is.
De invoer van de code kan op elk moment worden geannuleerd door de toetsen + en - tegelijk in te drukken. Zodra het wachtwoord is ingevoerd, kunt
u op de regeleenheid werken en gedurende ongeveer 10 minuten in en uit de programmering te gaan, zodat de functies kunnen worden afgesteld en
getest.
Door de code 0000 te vervangen door een andere code kan de regeleenheid worden beveiligd, waardoor de toegang tot alle menu's wordt verhinderd.
Als u een beveiligingscode wilt invoeren, gaat u als volgt te werk:
- selecteer het menu Code en druk op OK.
- de code 0000 wordt weergegeven, ook al werd reeds een beveiligingscode ingevoerd.
- met d toetsen + en - kan de waarde van het knipperend teken worden gewijzigd.
- Met de toets OK bevestigt u het knipperende teken en gaat u naar het volgende.
- na het invoeren van de 4 tekens verschijnt een bevestigingsbericht "CONF".
- na enkele seconden wordt de code 0000 opnieuw weergegeven
- de eerder ingevoerde beveiligingscode moet opnieuw worden bevestigd om onbedoeld invoeren te voorkomen.
Als de code overeenstemt met de vorige, verschijnt de bevestiging "OK".
De regeleenheid verlaat automatisch de programmeringsfase. Om weer toegang te krijgen tot de menu's moet de opgeslagen beveiligingscode worden
ingevoerd.
BELANGRIJK: NOTEER de beveiligingscode en BEWAAR DEZE OP EEN VEILIGE PLAATS voor toekomstige onderhoudswerkzaamheden.
Om een code van een beveiligde regeleenheid te verwijderen, moet u via het wachtwoord naar de programmering gaan en de code terug op
de standaardwaarde 0000 zetten.
BIJ VERLIES VAN DE CODE MOET U CONTACT OPNEMEN MET DE ERKENDE TECHNISCHE DIENST VOOR EEN TOTALE RESET VAN DE
REGELEENHEID.
MENU
Stelt het id-nummer van de synchronisatie in. Het is mogelijk een numerieke waarde van 0 tot 16 in te stellen.
id
Indien ingesteld op 0, is de regeleenheid geconfigureerd als MASTER, alle andere waarden configureren hem als SLAVE.
loc
Hiermee kan een als SLAVE geconfigureerde regeleenheid lokale opdrachten aanvaarden.
14.4) SYNCHRONISATIE VAN TWEE TEGENGESTELDE BARRIÈRES
Het is mogelijk een systeem met twee slagbomen te beheren met behulp van een optionele SIS-synchronisatiekaart op elke CP.DIVA-kaart, aan te sluiten
op de desbetreffende connector zoals aangegeven op afb.16.
Elke kaart moet onderling worden verbonden met 3 x 0,5mm² draden, zoals getoond op afb.16.
Een van de twee kaarten moet worden ingesteld als MASTER (ID=0), de andere als SLAVE (ID>0).
Alle commando's (hetzij van radiozenders, hetzij van commando- en veiligheidsingangen) die de MASTER-slagboom ontvangt, worden vervolgens
doorgegeven aan de SLAVE-slagboom, die onmiddellijk het gedrag van de MASTER-slagboom nabootst.
LOC-logica kan op twee manieren worden ingesteld:
ON: de SLAVE slagboom kan een lokaal commando aanvaarden en kan dus een openings- en/of sluitingsmanoeuvre uitvoeren zonder dat dit gevolgen
heeft voor de MASTER slagboom.

14.3.7) RESET (RES)

14.3.8) AUTOSET (AUTO)

14.3.10) SYNCHRONISATIE (BUS)

FUNCTIE
NL
21

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave