Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aansluiting Niveausensor; Bediening; Bediening Van De Niveauregeling - Wilo -Rainsystem AF150 Inbouw- En Bedieningsvoorschriften

Verberg thumbnails Zie ook voor Wilo-Rainsystem AF150:
Inhoudsopgave

Advertenties

6.3.1

Aansluiting niveausensor

7

Bediening

7.1

Bediening van de niveauregeling

Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Rainsystem AF150 • Ed.06/2024-01
Klemmenstrook (Fig. 4)
SM/WM
Aansluiting voor een externe verzamelstoringsmelding
(pompstoring of watergebrek), potentiaalvrij wisselcontact,
max. contactbelasting 250 V, 1A.
BM1...BM2
Aansluitingen voor externe enkelbedrijfsmeldingen van elke
pomp, potentiaalvrij maakcontact, max. contactbelasting 250
V, 1A. Als de motor draait, is het contact gesloten
SM1...SM2
Aansluitingen voor externe enkelstoringsmeldingen van elke
pomp, potentiaalvrij wisselcontact, max. contactbelasting 250
V, 1A. Bij een storing van de motor wisselt het contact. Deze
contacten kunnen als optie in de schakelkast worden gemon-
teerd.
WSK1...WSK2
Aansluitingen voor motorbeveiliging WSK (wikkelingsveilig-
heidscontact) of PTC (motorbeveiliging met temperatuurvoe-
ler).
+u. IN
Aansluiting voor de druksensor (4 – 20 mA) voor het in- en
uitschakelen van de pompen.
WM
Droogloopbeveiliging, die in de AF150 door een drukschake-
laar in de persleiding (gesloten contact vanaf 1,3 bar) wordt
gerealiseerd. Bij de eerste inbedrijfname van de installatie is er
geen druk aan de perszijde van de installatie. Daarom moeten
de contacten worden overbrugd.
Stel op de printplaat voor de pompbesturing de haakschakelaars en de potentiometers
voor de verschillende functies van het apparaat in, zie tabel in de bijlage.
Leg de sensorkabel naar het regenwaterreservoir in een beschermbuis. De kabel moet
vrij zijn van mechanische spanning. Voorkom knikken en knopen.
Bevestig de niveausensor ten minste 100 mm boven het voetventiel om er voor te zor-
gen dat op het minimumniveau van het regenwaterreservoir geen lucht wordt aangezo-
gen. De bevestiging is afhankelijk van het type regenwaterreservoir.
Sluit de niveausensor overeenkomstig Fig. 3 aan. Ter plaatse is het mogelijk de kabel van
de niveausensor te verlengen. De sensorkabel mag niet langer zijn dan 40 m. Gebruik bij
de verlenging een op de plaatselijke omstandigheden aangepaste kabel (bijv. aardings-
kabel, min. 2 x 0,5 mm²).
LET OP
De slang in de aansluitkabel van de niveausensor is bedoeld om de actu-
ele luchtdruk te meten en moet daarom altijd contact hebben met de at-
mosfeer.
De slang hoeft niet te worden verlengd en naar het regelsysteem te wor-
den gelegd.
Het regelsysteem wordt via menu's ingesteld en bediend. Met de 3 toetsen op het bedie-
ningsveld kan door de menu's worden gebladerd (Fig. 2).
De groene led geeft de bedrijfsgereedheid van de installatie aan.
terug
verder
Bevestiging
nl
21

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave