2.8.1 Gassoort
Op de typeplaat van het toestel staat gascategorie vermeld:
categorie
gassoort
aardgas
I
2L
aardgas
I
2EK
propaan
I
3P
:
Categorie I
2EK.
Dit toestel is afgesteld voor de toestelcategorie K (I
volgens de specificaties zoals die zijn weergegeven in de NTA 8837:2012 Annex D met een Wobbe-index van 43,46
- 45,3 MJ/ m³ (droog, 0 °C, bovenwaarde) of 41,23 - 42,98 (droog, 15 °C, bovenwaarde).
Dit toestel kan daarnaast opnieuw worden afgesteld voor de toestelcategorie E (I
gebruik van hoogcalorische distributiegassen met een Wobbe-index van 52,07 - 54,18 MJ/ m³ (droog, 0 °C,
bovenwaarde) of 49,4 - 51,4 MJ/ m³ (droog, 15 °C, bovenwaarde). Voorwaarde voor het hoogcalorische distributiegas
is dat de samenstelling niet meer dan 7% propaan, 12% ethaan, 1,5% koolstofdioxide, 0,5% waterstof en 1,8%
waterdamp bevat waarbij het totale PE getal (propaanequivalent) niet hoger dan 7% mag zijn.
Zie paragraaf 4.1 voor het afstellen voor toestelcategorie E.
2.9
Rookgasafvoer/luchttoevoersysteem
Het toestel kan worden aangesloten op een concentrisch systeem, of op een tweepijps systeem. Gebruik als
rookgasafvoermateriaal dikwandig aluminium, kunststof T120, of roestvast staal, het materiaal moet geschikt zijn voor
HR toepassing en CE gekeurd zijn. Horizontale delen in het rookgasafvoerkanaal moeten op een afschot van 50 mm
per meter naar het toestel toe worden gemonteerd.
Als uitmonding moet een door B3 heating goedgekeurde muur- of dakdoorvoer
worden toegepast.
Let er op dat de afdichtringen in het systeem niet beschadigen bij de montage, dit
zal namelijk tot storingen leiden. Gebruik wat vet en steek de elementen met een
draaiende beweging in elkaar.
Het gewicht van het afvoermateriaal mag niet op de toestelaansluiting rusten.
Sluit de condensafvoer (gemarkeerd DRAIN) via een open verbinding aan op het
riool, zie figuur 5.
Bij installaties met een circulatieleiding:
Als er geen warmwatervraag is en alleen de circulatieleiding op
temperatuur wordt gehouden, zal veel condensaat in het
rookgasafvoerkanaal worden gevormd. Plaats een condensopvang met
sifon direct na de uitlaat van het toestel zodat dit condensaat buiten het
toestel om wordt afgevoerd.
Maak bij voorkeur gebruik van kunststof rookgasafvoermateriaal in deze
situatie.
2.9.1 Concentrisch systeem
Het toestel wordt aangesloten op een concentrisch systeem (Ø 80/125 mm) bij dit
systeem is de rookgasafvoerleiding omgeven door de luchttoevoerleiding.
Bij de uitvoering van het systeem moet het volgende in acht worden genomen:
De maximale lengte inclusief de muur- c.q. dakdoorvoer is 15 meter.
Het hoogteverschil tussen toestelaansluiting en uitmonding mag niet meer dan 9 meter bedragen.
Voor iedere 90 bocht in het systeem moet 2 meter van de maximale lengte worden afgetrokken, voor iedere 45
bocht is dit 1 meter.
Maximaal mogen 4 bochten van 90° worden toegepast.
In figuur 6 zijn enkele voorbeelden weergegeven.
nominale aansluitdruk
G25 (L-gas)
G25.3 (K-gas)
G20 (H-gas)
G31
(mbar)
25
25
20
30
) en is geschikt voor het gebruik van G en G+ distributiegassen
2K
5
) en is dan geschikt voor het
2E
figuur 5