● Als u een opdracht selecteert met [TX opdr. stat.]:
● Als u een opdracht selecteert met [TX opdr.log]:
7
5
7-4
Controleren van de status van de verzendopdrachten
❑
Controleer de details.
❑
Controleer de details.
Druk herhaaldelijk op [Gereed] tot het scherm met basisfuncties voor
verzending verschijnt.