Advertenties
2
Selecteer [Aan] of [Uit] ➞ druk op [OK].
De details van elk item staan hieronder vermeld.
[Aan]: De machine kan documenten verzenden via het faxstuurprogramma.
[Uit]: De machine kan geen documenten verzenden via het faxstuurprogramma.
De geselecteerde mode is ingesteld.
Beperken van oproepen
Deze mode stelt u in staat de het gebruik van de functie Oproepen te beperken.
OPMERKING
De standaard instelling is 'Uit'.
1
Druk op
de verzendfunctie] ➞ [Beperk oproepen].
Indien er een systeembeheerder ID en systeemwachtwoord zijn ingesteld, voer deze dan in met
(numerieke toetsen) ➞ druk op
-
OPMERKING
Indien de gewenste instelling niet wordt weergegeven, druk dan op [
instelling te zoeken.
2
Selecteer [Aan] of [Uit] ➞druk op [OK].
De geselecteerde mode is ingesteld.
Instelling Bevestig ingevoerde faxnummers
Deze mode helpt u te voorkomen dat documenten naar een verkeerde bestemming worden
verzonden wanneer u het faxnummer aangeeft met
mode op 'Aan' instelt, dan wordt u gevraagd het faxnummer nogmaals in te voeren nadat
u op [Start] heeft gedrukt.
OPMERKING
De standaard instelling is 'Uit'.
1
Druk op
de verzendfunctie] ➞ [Bevestig ingevoerde faxnummers].
Indien er een systeembeheerder ID en systeemwachtwoord zijn ingesteld, voer deze dan in met
(numerieke toetsen) ➞ druk op
-
(Extra functies) ➞ [Systeeminstellingen] ➞ [Beperk
(In-/Uitloggen).
(Extra functies) ➞ [Systeeminstellingen] ➞ [Beperk
(In-/Uitloggen).
▼
▲
] or [
] om de gewenste
-
(numerieke toetsen). Als u deze
Beperken van de verzendfunctie
10
10-35
Advertenties
Hoofdstukken
