• In zonder code (Inschakelen zonder code)
Bepaalt of de snel inschakeloptie vanaf dit bediendeel actief is. Let wel, hiervoor dient ook de systeemoptie
"snel inschakelen" te zijn geactiveerd (standaard = Ja).
• [B] toets actief
Bovenstaande optie bepaalt of de calamiteittoets op dit bediendeel actief is.(standaard = Ja).
• [P] toets actief
Bovenstaande optie bepaalt of de calamiteittoets op dit bediendeel actief is. (standaard = Ja).
• [H] toets actief
Toets niet aanwezig op RGB bediendeel.
• Status doven (Status Vergrendeld)
Als deze optie is geactiveerd doven alle indicaties op het bediendeel indien er 10 seconden lang geen toets
wordt ingedrukt. Pas na invoer van een geldige toegangscode zal het bediendeel weer informatie geven. In de
gedoofde situatie wordt de datum en de tijd weergegeven. Als de optie niet is geactiveerd zal het bediendeel de
status blijven weergeven (standaard = Nee).
Let op: Indien deze optie uit staat kan IEDEREEN de status van het systeem aflezen! Gebruik deze optie alleen
wanneer het bediendeel zich in een alleen voor geautoriseerde personen toegankelijke ruimte bevindt.(Standaard
= NEE)
Let op: deze functie niet tegelijk gebruiken met de optie „Datum/Tijd"
Let op: Als deze optie gebruikt wordt kunt u als installateur alleen nog in het systeem via WinCCS en door de optie
uit te schakelen. Als u de optie uitschakelt kunt u via het bediendeel weer in het installateursmenu
Let op: Schakelen gaat alleen door de code in te toetsen (je komt dan in het Status Menu) en met de
pijltjestoetsen te gaan naar [0] schakelen. Toets dan op [Enter] en kies de juiste schakeling.
• Datum/Tijd
Is deze optie actief dan zal de huidige tijd en datum op het bediendeel worden weergeven. De systeemstatus
wordt opnieuw weergegeven na het indrukken van een toets of bij het starten van de inloopvertraging
(standaard = Nee).
Let op: deze functie niet tegelijk gebruiken met de optie „Status Doven (Status Vergrendeld)"
• Annuleren hand in (uitstellen handmatig in/uitschakelen)
Indien er een tijdschema actief is dat bepaalt wanneer er in en uitgeschakeld mag worden geeft deze optie de
mogelijkheid om deze uit te stellen. Het bediendeel geeft namelijk aan d.m.v. een voorsignalering geluid dat er
handmatig in/uit geschakeld moet worden.
3. SIA codes
In deze parameter kan de transmissiecode voor de calamiteitentoetsen worden aangepast. Zie bijlage D voor de
standaard transmissiecodes voor de verschillende zonetypen.
4. Type kaartlezer
Een externe kaartlezer kan worden verbonden met het bediendeel. De verbinding van het bediendeel naar de
kaartlezer is RS232. In deze parameter kan de volgende keuze gemaakt worden:
• Geen
Er is geen externe kaartlezer verbonden met het bediendeel
• Kaartezer type 1
Er is een externe kaartlezer verbonden met het bediendeel (RS232)
• Kaartlezer type 2
5. Blokken
In deze parameter kan het bediendeel aan één of meerder blokken worden toegekend. Toets het 2-cijferige
nummer in van het blok waaraan u de zone wilt toekennen. Onder het bloknummer verschijnt "X". Om de
toekenning te verwijderen kunt u nogmaals het bloknummer intoetsen. Toets [Enter] om te bevestigen en de
parameter te verlaten.
6. Geblokkeerde Vertraging
In deze parameter kan het bediendeel blokkering worden ingesteld. Het bediendeel wordt automatisch
geblokkeerd na de ingestelde tijd. Als er 000 seconden is ingesteld, dan staat de blokkering uit. (standaard=000
seconden). Via het indrukken van de veilig toets voor 2 seconden kan het bediendeel weer gebruikt worden.
4.6
INGANG / ZONE programmering
Voor het programmeren van een zone / ingang worden de volgende parameters gebruikt:
• 0. Naam ingang;
• 1. Zone type / functie;
Technische en functionele specificaties kunnen zonder voorafgaande mededeling worden gewijzigd
Pagina
29
van 62