• Zoemer pulserend
Bepaalt of de zoemer van het bediendeel pulserend (1 seconde aan, 1 seconde uit) wordt aangestuurd.
• Geforceerd inschakelen
Bepaalt of de installatie kan worden ingeschakeld als er nog een groep wordt aangesproken op het moment
van inschakelen. Staat deze optie aan en wordt de groep nog steeds aangesproken nadat de uitlooptijd is
verstreken, dan wordt er geen alarm gegenereerd. De groep wordt ingeschakeld zodra deze in rust komt. Een
groep met deze instelling kan bijvoorbeeld worden gebruikt bij een garagepoort. De gebruiker kan de installatie
inschakelen terwijl zijn garagepoort open staat. Wanneer hij die poort sluit, maakt de groep weer deel uit van
het systeem. Blijft de zone open, dan wordt een "overbrugd inschakel" transmissiecode verstuurd.
• PAC Tx stop (Pac Communicatie stop)
Bepaalt of het systeem de meldingen naar de PAC verstuurt, nadat het maximaal aantal meldingen per groep
is bereikt. De teller wordt elke keer dat het systeem wordt uitgeschakeld en om middernacht gereset.
• PAC Tx vertraging (Pac communicatie vertraging)
Bepaalt of het systeem de meldingen naar de PAC met vertraging verstuurt. Wordt het alarm bevestigd voordat
de vertragingstijd is verstreken dan wordt er geen transmissiecode verstuurd. Zo niet, dan wordt er na het
aflopen van de vertragingstijd een transmissiecode naar de meldkamer verstuurd.
• Dubbele detectie
Indien twee zones of tweemaal dezelfde zone met deze optie binnen de dubbele detectie tijd in alarm
gaan/gaat, dan zal een transmissiecode "politiecode" worden verstuurd.
• Communicatie PAC (PAC communicatie toegestaan)
Bepaalt of het systeem meldingen van deze zone / ingang naar de PAC verstuurd.
• Communicatie Ext (Ext communicatie toegestaan)
Bepaalt of het systeem meldingen van deze zone / ingang / naar een externe partij verstuurd.
• Communicatie RMM (RMM communicatie toegestaan)
Bepaalt of het systeem meldingen van deze zone / ingang / naar het beheercentrum verstuurd.
• Looptest (Looptest zone)
Bepaalt of het systeem deze zone meeneemt in de looptest. De looptest kan vanuit het Installateur menu
worden gestart.
• Flitslicht continu
Bepaalt of het flitslicht continu wordt aangestuurd.
• Flitslicht pulserend
Bepaalt of het flitslicht pulserend (1 seconde aan, 1 seconde uit) wordt aangestuurd.
• Deurbel aan (Deurbel)
Bepaalt of de deurbel geactiveerd is.
• Stroombesparing uit
Om de draadloze sensoren Pyronix/GE (Niet Pyronix V2) niet in de stroombesparing stand te zetten. Dit is
bijvoorbeeld gewenst als een draadloos deurcontact als deurbel moet fungeren. Let op: Bij Pyronix V2 moet
deze optie ook aangezet worden als een draadloos deurcontact moet fungeren als deurbel.
• AntiMask storing
Bepaalt of de zoemer geactiveerd moet worden wanneer er een Anti Mask detectie is.
• Tx Uitgeschakeld AntiMask
Bepaalt of er AntiMask meldingen verstuurd worden naar de PAC als het blok is uitgeschakeld.
• Tx Ingeschakeld AntiMask
Bepaalt of er AntiMask meldingen verstuurd worden naar de PAC als het blok is ingeschakeld.
• Geen PAC communicatie
Als het blok is uitgeschakeld en de ingang is in alarm, dan zal er geen bericht verstuurd worden naar de PAC.
• Geen Sirene
Als het blok is uitgeschakeld en de ingang is in alarm, de uitgang met de functie sirene zal dan niet geactiveerd
worden.
• Trigger voor idle auto in
Bepaalt of deze ingang gebruikt wordt voor de automatisch inschakeling. Indien de zone open blijft staan, zal
het systeem niet automatisch inschakelen. Maar als de optie If open gebruik idle auto tijd 2 aangevinkt is, dan
zal het systeem wel inschakelen. Zie Blokken programmering
• If open gebruik idle auto tijd 2
Bepaalt of deze ingang gebruikt wordt voor de automatisch inschakeling. Zie Blokken programmering
• Inactivity
Pagina
32
van 62
Technische en functionele specificaties kunnen zonder voorafgaande mededeling worden gewijzigd