Hoofdstuk 3
Voorbereidingen voor het starten van de
motor
1.
Controleer of de tank meer dan genoeg brandstof
voor de reis bevat.
2.
Controleer of de brandstoftoevoerregeling (indien
aanwezig) open staat.
3.
Controleer of het filter van de buitenboordkraan
schoon is.
4.
Open de buitenboordkraan.
5.
Controleer de hoeveelheid koelvloeistof in het
reservoir.
6.
Controleer de hoeveelheid smeerolie in het
oliecarter en in de tandwielkast.
7.
Zet de schakelhendel van de tandwielkast in de
neutraalstand.
Verschillende factoren zijn van invloed op het starten
van de motor, zoals:
• het vermogen van de accu's
• de prestaties van de startmotor
• de viscositeit van de smeerolie
• de installatie van een koudestartsysteem
Pagina 14
14
N40633