Inhoudsopgave
Advertenties
Hoofdstuk 6
13. Dicht de ventilatiepijp van de brandstoftank of de vulbuis af met waterbestendige tape.
14. Verwijder de aandrijfriem van de wisselstroomdynamo en sla deze op.
15. Om de motor tegen corrosie te beschermen, moet u hierop POWERPART Lay-Up 3 spuiten. Zorg ervoor
dat u dit niet spuit in de binnenkant van de koelventilator van de wisselstroomdynamo.
16. Als de transmissie een jaar niet zal worden gebruikt, moet u de tandwielkast volledig vullen met de normale
smeerolie. De tandwielkast zal moeten worden afgetapt en worden gevuld met de gebruikelijke hoeveelheid
verse smeerolie als de motor weer in werking wordt gesteld.
Let op: Na een opslagperiode mag u de motor pas starten nadat u de startmotor hebt laten draaien met
de stopschakelaar in de stand Stop totdat de oliedruk wordt aangegeven. De oliedruk wordt aangegeven
als het waarschuwingslampje voor te lage druk is gedoofd. Als er een stopsolenoïde wordt gebruikt op de
brandstofinjectiepomp, moet die gedurende deze procedure zijn uitgeschakeld.
Als de motor op de juiste wijze wordt beschermd volgens bovengenoemde aanbevelingen, zal normaal
gesproken geen schade als gevolg van corrosie ontstaan. Wimborne Marine Power Centre is niet aansprakelijk
voor schade die kan ontstaan als een motor na een gebruiksperiode is opgeslagen.
Antivries toevoegen aan het hulpwatersysteem als de motor wordt opgeslagen
Voordat antivries wordt toegevoegd aan het hulpwatersysteem, moet dit worden doorgespoeld met vers water.
Daartoe moet u de motor 1-2 minuten laten lopen met gesloten buitenboordkraan terwijl via de open bovenkant
van het hulpwaterfilter vers water wordt toegevoerd.
1. Neem twee lege schone bakken, elk met een inhoud van ongeveer 9,0 liter. Neem verder 4,5 liter
POWERPART antivries.
2. Verwijder de slang van de aansluiting op de uitlaatbocht en steek het uiteinde van de slang in een van de
bakken.
3. Verwijder de kap van de bovenkamt van het hulpwaterfilter en giet met gesloten buitenboordkraan een
beetje antivries in het hulpwaterfilter. Start de motor, laat deze stationair lopen en giet vervolgens de rest
van het antivries in de open bovenkant van het filter.
4. Laat de motor een paar minuten lopen. Wissel in deze periode de bakken om en giet de oplossing van
antivries en water uit de bak bij de uitlaat (uiteinde van de slang) in het filter.
5. Als het antivries grondig is gemengd en is gecirculeerd door het hulpwatersysteem, zet u de motor af.
Plaats de kap op het hulpwaterfilter.
Pagina 48
48
N40633
Advertenties
Inhoudsopgave
