Verlichting achterin
In het achterste deel van de auto zitten leeslamp-
jes, die ook als interieurverlichting worden
gebruikt.
Leeslampjes achterin
De leeslampjes zitten in het plafond.
Leeslampje boven de tweede zitrij.
Leeslampjes boven de derde zitrij.*.
De leeslampjes worden in- en uitgeschakeld met
een korte druk op de knop van het lampje. De
lichtsterkte wordt aangepast door de knop inge-
drukt te houden.
Verlichting dashboardkastje
De verlichting in het dashboardkastje wordt in-
en uitgeschakeld bij het openen en sluiten van
de klep van het kastje.
Verlichting make-upspiegel
De verlichting van de make-upspiegel in de zon-
neklep wordt bij het openen en sluiten van het
spiegelklepje in- en uitgeschakeld.
Grondverlichting
De grondverlichting wordt in- en uitgeschakeld
bij het openen of sluiten van het desbetreffende
portier.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING
Dorpelverlichting
De dorpelverlichting wordt in- en uitgeschakeld
bij het openen of sluiten van een portier.
Verlichting in bagageruimte
De bagageruimteverlichting wordt bij het openen
en sluiten van de achterklep automatisch in- en
uitgeschakeld.
Omgevingslicht
1. Druk op
Instellingen
in het hoofdscherm op
het middendisplay.
2. Druk op
My Car
Lichten
Interieurverlichting
Sfeerverlichting.
3. Kies uit de volgende instellingen:
•
Intensiteit omgevingslicht
Kies onder
uit
Uit
,
Laag
en
Hoog
•
Kies onder
Niveau omgevingslicht
Verm.
en
Vol
.
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
.
uit
}}
151