RIJHULP
||
Adaptieve cruisecontrol starten
Om ACC te kunnen starten, is het volgende ver-
eist:
•
U moet de veiligheidsgordel om hebben en
het bestuurdersportier moet gesloten zijn.
•
Er moet een voorligger (doelvoertuig) aanwe-
zig zijn of de actuele snelheid moet minimaal
15 km/h zijn.
–
Als het symbool/de functie
gegeven - druk op de stuurknop
> De adaptieve cruisecontrol wordt gestart
en de actuele snelheid wordt als snelheid
opgeslagen en wordt met cijfers in het
midden van de snelheidsmeter weergege-
ven.
Alleen als het afstandssymbool
twee voertuigen aangeeft,
regelt ACC het tijdsverschil ten
opzichte van de voorligger.
Tegelijkertijd wordt een snel-
heidsinterval gemarkeerd.
De hogere snelheid is de opge-
slagen/ingestelde snelheid en
de lagere snelheid is de snel-
heid van de voorligger (doel-
voertuig).
284
Gerelateerde informatie
•
Adaptieve cruisecontrol* (p. 280)
wordt weer-
(1).
Snelheidsfuncties voor adaptieve
cruisecontrol*
De adaptieve cruisecontrol (Adaptive Cruise
Control - ACC) kan worden ingesteld op ver-
schillende snelheden.
Knoppen en symbolen voor desbetreffende functies.
–
U wijzigt de opgeslagen snelheid door kort of
lang op de stuurknop
(1) of - (3) te
drukken:
•
Om met +/- 5 km/h aan te passen: druk
kort - elke druk levert +/- 5 km/h op.
•
Om met +/- 1 km/h aan te passen: houd
de knop ingedrukt en laat deze los als de
markering op het bestuurdersdisplay (4)
bij de gewenste snelheid is.
> De laatst verrichte aanpassing wordt in
het geheugen opgeslagen.
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.