Starten en rijden
Sensoren voor en achter
150 cm
30 cm
Het
worden vertrouwd; het is bedoeld om u bij het
parkeren te begeleiden. Sommige obstakels, zoals
dunne voorwerpen (gaas en touwen of kabels),
kleine voorwerpen dicht bij de grond, conische
voorwerpen en voorwerpen met niet-refl ecterende
oppervlakken,
opgemerkt.
De sensoren mogen niet bedekt zijn door vuil, ijs
of sneeuw. Afzettingen op het oppervlak van de
sensoren hinderen de werking van de sensoren.
Reinig de sensoren tijdens het wassen van uw
voertuig niet van dichtbij met een hogedrukreiniger.
De sensoren in de voorbumper tasten de omgeving voor het
voertuig af en de sensoren in de achterbumper tasten de
omgeving achter het voertuig af om te bepalen of er obstakels
zijn. Als er een obstakel is gedetecteerd, berekenen de
sensoren de afstand ervan tot het voertuig en geven ze de
bestuurder informatie door middel van waarschuwingstonen.
Het is van groot belang dat dit systeem alleen als hulpsysteem
wordt gebruikt. Het kan niet zonder uw waarneming en
oordeelsvermogen.
parkeerhulpsysteem
mag
worden
niet
door
niet
blindelings
2
de
sensoren
131