• Wanneer het voertuig met een slang wordt gereinigd, mag
het water niet direct op de ramen, de deuren of, via de gaten
in de velg, op de remmen worden gespoten.
• Inspecteer de lak na het reinigen op beschadigingen. Werk
de lak zo nodig bij. Zet het voertuig af en toe in de was om
de lak te beschermen.
• Bij gebruik van een hogedrukreiniger moet de straal in
beweging blijven. Was niet rechtstreeks de radiateur, de
portieropeningen, de afdichtingen, de elektrische onderdelen
of de onderdelen die daarmee verbonden zijn.
Opmerking: Verwijder ogenschijnlijk onschuldige maar
feitelijk agressieve deeltjes onmiddellijk van de lak.
Hierbij kan gedacht worden aan vogeluitwerpselen,
boomhars, insectenresten, teervlekken, strooizout en
industriële neerslag. Anders kunnen permanente vlekken
of beschadigingen ontstaan.
Corrosiewering van de onderkant
De onderkant van uw voertuig is behandeld met een
corrosiewerend middel. Controleer de onderkant regelmatig op
corrosie.
Verwijder aangekoekte modder en vuil met een waterstraal. Dit
is vooral belangrijk in de winter, wanneer er strooizout op de
wegen ligt.
Stoelen en afwerking
Reinig de bekleding regelmatig met een stofzuiger of zachte
borstel. Reinig de afwerkingsdelen regelmatig met een schone
doek.
Onderhoud en service
Verwijder
reinigingsmiddel. Reinig lederen delen met een speciaal
reinigingsmiddel.
Deurrubbers
Behandel
onderhoudsproduct of siliconenspray om te voorkomen dat ze
bij koud weer vastvriezen.
Ramen
Reinig de ramen regelmatig met een glasreinigingsproduct.
De
koplampglazen
Gebruik voor het reinigen geen agressieve of chemische
oplosmiddelen, maar een geschikt, neutraal reinigingsmiddel.
Buitenafwerking
Gebruik geen chemische oplosmiddelen om de buitenkant van
het voertuig te reinigen. Vermijd met name het gebruik van
reagentia die oplosmiddelen op basis van benzeen en nafta
bevatten.
stof,
vlekken
en
vuil
de
deurrubbers
met
zijn
van
doorzichtige
met
een
speciaal
een
beschermend
4
kunststof.
209