Condensatieregulering
Er zijn drie condensatiereguleringsmodi beschikbaar:
•
•
De condensatorreguleringsmodus wordt bepaald door het instelpunt van de
condensatiecontrolewaarde
In deze reguleringsmodi beheert de toepassing de output voor de regulering van de
condensatieapparaten:
•
•
Condensatieregulering Cond In/Cond Out
Als het instelpunt van de condensatiecontrolewaarde is ingesteld op Cond In of Cond
Out, dan is de Torenventilator #1..4 regulering ingeschakeld voor de unit.
In overeenstemming met het instelpunt Torenventilator #1..4 en de verschilwaarden die
in de tabel met instelpunten voor de eenheid zijn vermeld, vat de volgende grafiek de
activerings- en deactiveringsvoorwaarden voor de torenventilator samen.
De reguleringstoestanden van de Torenventilator # (# = 1..4) zijn:
•
•
De reguleringstoestand van de Torenventilator # is Uit onder de volgende voorwaarden:
•
•
•
De reguleringstoestand van de Torenventilator # is Aan onder de volgende voorwaarden:
•
•
D - EOMWC00310-12NL
Cond In – de maatstaf voor de condensatieregulering is de temperatuur van het
invoerwater van de condensator
Cond Out – de maatstaf voor de condensatieregulering is de
wateruittredetemperatuur van de condensator
n.4 aan/uit-signalen, altijd beschikbaar
n.1 modulerend 0-10V signaal, beschikbaarheid wordt bepaald door het
instelpunt van het analoog outputtype voor de condensatie.
Uit
Aan
Status unit is Uit
Toestand Torenventilator # is Uit en EWT (Cond In) of LWT (Cond Out) is
lager dan het instelpunt van Torenventilator #
Toestand Torenventilator # is Aan en EWT (Cond In) of LWT (Cond Uit) is
lager dan instelpunt Tower fan # – Tower fan # versch
De status van de unit is auto
EWT (Cond In) of LWT (Cond Out) is groter dan of gelijk aan instelpunt
Torenventilator #
- 27 -