4.5.3
Geluidsgedrag
4.6
Functie
4.6.1
Beschrijving
4.6.2
Niveauregeling in hybride contai-
ner en peilindicatie
4.6.3
Overige functies van het regelsys-
teem
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Rainsystem AF400 • Ed.01/2024-07
In de volgende tabel zijn pompen van de standaardseries zonder frequentieomvormer bij
een netfrequentie van 50 Hz opgenomen:
Geluidsniveau max. (*)
LpA in [dB(A)]
(*) Waarden voor 50 Hz (constant toerental) met tolerantie van +3 dB(A)
LpA = emissieniveau m.b.t. de werkplaats in dB(A)
VOORZICHTIG
Gevaar voor materiële schade!
Droogloop kan tot lekkage van de pomp en overbelasting van de motor
leiden.
• Zorg ervoor dat de pomp niet droogloopt om de mechanische afdich-
ting en het glijlager te beschermen.
De installatie voor regenwaterhergebruik met normaalzuigende, horizontaal opgestelde,
meertraps hogedrukpompen wordt als compacte installatie compleet met aangesloten lei-
dingen en stekkerklaar geleverd.
•
Maak de volgende aansluitingen:
–
Toevoerleiding voor vers water (
–
Voedingsleiding (
Fig. 5) op de hybride container
–
Persleiding (
Fig. 5) naar de consument
–
Elektrische netaansluiting
•
Optioneel vulpeilsensor (Fig. 5, pos. 37) of vlotterschakelaar (Fig. 5, pos. 39) in het stan-
daard regenwaterreservoir monteren en op het regelsysteem aansluiten.
•
Standaard voedingspomp op regelsysteem aansluiten.
In de toestand gereed voor bedrijf, bij gesloten aftappunten, zijn de pompen uitgeschakeld.
Bij het openen van een aftappunt daalt de druk in de installatie. Als de inschakeldruk wordt
bereikt, wordt de eerste pomp ingeschakeld. Als de ingestelde gewenste druk binnen een
instelbare tijd niet wordt bereikt, wordt de tweede pomp ingeschakeld. Na het sluiten van
het aftappunt stijgt de druk en worden de pompen achtereenvolgens uitgeschakeld. Alle
systeemtoestanden en storingsmeldingen in samenhang met de niveau- en drukdetectie
worden op het display van het regelsysteem weergegeven.
Of er water voor de hybride container uit het regenwaterreservoir of uit het leidingwaternet
wordt gehaald, wordt bepaald in een regelaarprocedure op basis van het vulpeil en de sys-
teemstatus.
Het vulniveau in de hybride container wordt gemeten door de geïnstalleerde vulpeilsensor
voor het vulniveau (Fig. 6a, pos. 23).
Het vulniveau wordt weergegeven in het display van het regelsysteem in meter (0,01 m =
1 cm), gemeten vanaf de installatiehoogte van de sensor.
De menuparameters "Omschakelen naar vers water AAN" en "Omschakelen naar regenwa-
ter" resp. "Vers water UIT" bepalen het bijvullen van de hybride container uit het regenwa-
terreservoir of het leidingwaternet.
LET OP
• Zie bijgevoegde inbouw- en bedieningsvoorschriften van het regel-
systeem.
Het regelsysteem bewaakt de installatie met behulp van de druksensor. Al naargelang de
waterbehoefte van het systeem schakelt het regelsysteem de pompen achtereenvolgens
bij of uit.
Als de installatie gereed voor bedrijf is en de druk in de installatie onder het inschakeldruk-
niveau daalt doordat er een aftappunt wordt geopend, schakelt het regelsysteem de basis-
lastpomp in.
Aantal pompen
Nominaal vermogen (kW)
0,55
1
55
58
2
Fig. 5) op de suppletieklep
nl
0,75
1,1
1,5
55
56
56
58
59
59
23