7
8
9
NLWW
7 Herhaal stap 2 t/m 6 voor elke cartridge die moet worden vervangen en sluit
vervolgens de voorkleppen.
8 Controleer of KLAAR op het display van het bedieningspaneel verschijnt en
of de tonermeter voor de vervangen cartrdige aangeeft dat er een nieuwe
cartridge is geplaatst.
9 Verpak de gebruikte cartridge luchtdicht met de verpakking van de nieuwe
cartridge. Raadpleeg de handleiding over recycling die bij de nieuwe
printcartridge is geleverd voor informatie over recyclen.
Benodigdheden beheren 207
8