Digitaal verzenden en e-mail
Voor het configureren van de geïntegreerde functie Verzenden naar e-mail moet u het IP-adres (Internet Protocol) of de
hostnaam weten van de SMTP-server (Simple Mail Transfer Protocol) op uw netwerk of de menuoptie Servers zoeken
gebruiken om de server te lokaliseren. De MFP gebruikt de SMTP-server om e-mailberichten met bijlagen te verzenden die
het document bevatten dat met de MFP is gescand.
U kunt ook de MFP configureren om gebruik te maken van de LDAP-server (Lightweight Directory Access Protocol) voor
toegang tot de mapstructuur van de server zodat u eenvoudig een e-mail kunt sturen die door de MFP wordt verzonden.
De mapstructuren van de servers bevatten namen van ontvangers (bijvoorbeeld "Henk Jansen") en hieraan gekoppelde
e-mailadressen (hjansen@hp.com).
Als de MFP is geconfigureerd om gebruik te maken van LDAP, moet de gebruiker de eerste tekens van de naam van de
ontvanger invoeren. De MFP doorzoekt de mapstructuur van de server op namen die overeenkomen en gebruikt
vervolgens de naam die het meest overeenkomt met de invoer. In de meeste omgevingen moet de Geïntegreerde
webserver worden gebruikt om de LDAP juist te configureren.
Opmerking
Als u het IP-adres of de hostnaam van de SMTP- of LDAP-servers op uw netwerk niet weet, kunt u deze
informatie aan uw netwerk- of e-mailbeheerder vragen.
1
Raak
M
aan.
ENU
2
Raak
A
PPARAAT CONFIGUREREN
NLWW
aan.
3
49