Aandrijvingsoppervlak
120 tot 750v2 cm²
355v2 tot 1400-60 cm²
Fig. 5-6: Afstand koppeling/juk
Montage-afmetingen voor ventielen van het
type 3241 met ontwerpdiameters NPS ≥8/
DN ≥200 zie Tabel 5-3.
a) Aandrijving monteren
Î Voor de montage van de aandrijving te
werk gaan zoals beschreven in de bijbe-
horende aandrijvingsdocumentatie.
b) Typeplaatje klepslag uitlijnen
Na de montage van de aandrijving moet het
typeplaatje klepslag worden uitgelijnd. Hier-
voor de 0 op de schaal van het typeplaatje
klepslag met de punt van de koppelingshelft
uitlijnen (zie Fig. 5-3).
1. Ventiel in gesloten toestand brengen.
2. Schroeven op het typeplaatje klepslag
losmaken.
3. Typeplaatje klepslag uitlijnen.
EB 8012 NL
Klepslag
Afmeting
in mm
H
in mm
G
15
75
30
90
4. Typeplaatje klepslag met schroeven vast-
maken.
5.3.3
Ventiel in de leiding
monteren
LET OP
!
Beschadiging van het ventiel door onvak-
kundig uitgevoerde werkzaamheden!
Het selecteren van de lasmethode en laspro-
cessen alsook het uitvoeren van laswerk-
zaamheden aan het ventiel zijn de verant-
woordelijkheid van de exploitant van de in-
stallatie of het uitvoerende bedrijf. Dit omvat
eveneens bijvoorbeeld eventueel verplichte
warmtebehandelingen van het ventiel.
Î Laswerkzaamheden door gekwalificeerd
laspersoneel laten uitvoeren.
LET OP
!
Vroegtijdige slijtage en lekken door onvol-
doende stutten of ophanging!
Î Voldoende stutten of ophangingen op
geschikte punten aanbrengen.
a) Uitvoering met flenzen
1. Blokkeerventielen aan de in- en uitgang
van het betreffende installatiedeel in de
leiding gedurende de montage sluiten.
2. Het leidinggedeelte in het betreffende in-
stallatiedeel voorbereiden op het monte-
ren van het ventiel.
3. Beschermingskappen op ventielope-
ningen verwijderen vóór de montage.
Montage
5-11