De maai-eenheid van de
tractie-eenheid verwijderen
1.
Plaats de machine op een vlakke ondergrond,
laat de maai-eenheden op de grond zakken,
draai het contactsleuteltje op U
parkeerrem in werking.
2.
Ontkoppel de hydraulische motor en verwijder
deze van de maai-eenheid
de bovenzijde van de as zodat deze niet vuil
wordt.
Figuur 12
1. Montageschroeven van de motor
3.
Verwijder de borgpen waarmee het draagframe
van het maaidek aan de draaipen van de hefarm
is bevestigd
(Figuur
Figuur 13
1. Borgpen
4.
Rol de maaieenheid bij de tractie-eenheid
vandaan.
en stel de
IT
(Figuur
12). Bedek
13).
2. Draaipen van hefarm
De maai-eenheid aan de
tractie-eenheid koppelen
Zie
De maai-eenheid aan de tractie-eenheid koppelen
(bladz.
5).
Onderhoud van de
maaimessen
Veiligheid van de messen
•
Controleer op gezette tijden het maaimes op
slijtage of beschadigingen.
•
Wees voorzichtig als u de messen controleert.
Omwikkel de maaimessen of draag
handschoenen en wees voorzichtig als u
onderhoudswerkzaamheden aan de maaimessen
verricht. De maaimessen mogen alleen worden
vervangen of geslepen, probeer ze nooit recht te
maken of er aan te lassen.
g011351
•
Let op dat bij machines met meerdere maaimessen
andere messen kunnen gaan draaien doordat u
1 mes draait.
Onderhoud van het maaimes
Het cirkelmaaidek is in de fabriek ingesteld op een
maaihoogte van 5 cm en met een harkmes van
7,9 mm. De hoogte-instellingen links en rechts zijn
ook vooraf ingesteld binnen 0,7 mm van elkaar.
Het maaidek is zo ontworpen dat het bestand is tegen
impact van het mes zonder dat de kamer vervormt.
Als u een vast voorwerp raakt, controleer dan of het
mes is beschadigd en controleer of het mes nog
nauwkeurig maait.
Het maaimes controleren
1.
Verwijder de hydraulische motor uit het maaidek
en verwijder het maaidek van de tractor.
g031691
2.
Gebruik een takel (of minimaal twee personen)
en plaats het maaidek op een vlakke tafel.
3.
Markeer 1 uiteinde van het mes met een
markeerstift. Gebruik dit uiteinde van het mes
om alle hoogtes te controleren.
4.
Plaats de snijrand van het gemarkeerde uiteinde
van het mes op 12 uur (recht vooruit in de
maairichting)
vanaf de tafel tot het snijvlak van het mes.
11
(Figuur
14) en meet de hoogte