wanneer u in de skilift staat. De timer blijft in de pauzestand
staan zolang u in de skilift bent. U kunt de afdaling vervolgen om
de timer weer te starten. U kunt de gegevens over de afdaling
bekijken op het pauzescherm of terwijl de timer loopt.
1
Start een ski- of snowboardactiviteit.
2
Houd
ingedrukt.
3
Selecteer Bekijk afdalingen.
4
Selecteer UP en DOWN om details over uw laatste afdaling,
over uw huidige afdaling of over al uw afdalingen te bekijken.
Op de schermen worden de tijd, afgelegde afstand,
maximumsnelheid, gemiddelde snelheid en totale daling
weergegeven.
Jumpmaster
WAARSCHUWING
De functie jumpmaster dient alleen door ervaren skydivers te
worden gebruikt. De functie jumpmaster dient niet te worden
gebruikt als primaire hoogtemeter tijdens het skydiven. Als u niet
de juiste spronginformatie invoert, kan dat leiden tot ernstige
verwondingen of overlijden.
De functie jumpmaster volgt militaire richtlijnen voor het
berekenen van het "high altitude release point" (HARP). Het
toestel detecteert automatisch wanneer u gesprongen bent en
begint de navigatie naar het "desired impact point" (DIP) met
behulp van de barometer en het elektronische kompas.
Golfen
Golfen
Voordat u een baan voor de eerste keer speelt, moet u deze
downloaden van de Garmin Connect Mobile app
Connect, pagina
21). Banen die van de Garmin Connect
Mobile app zijn gedownload, worden automatisch bijgewerkt.
Voordat u gaat golfen, moet u ervoor zorgen dat het toestel is
opgeladen
(Het toestel opladen, pagina
1
Selecteer op de watch face START > Golfen.
2
Ga naar buiten en wacht tot het toestel satellieten heeft
gevonden.
3
Selecteer een baan in de lijst met beschikbare golfbanen.
4
Selecteer Ja om de score bij te houden.
5
Selecteer UP of DOWN om door de holes te bladeren.
Het toestel schakelt automatisch over naar de volgende hole
wanneer u daar naartoe gaat.
6
Selecteer START > Einde van ronde > Ja nadat u uw
activiteit hebt voltooid.
Hole-informatie
Omdat pinlocaties veranderen, berekent het toestel de afstand
tot het begin, midden en einde van de green, maar niet de
pinlocatie zelf.
Nummer van huidige hole
Afstand tot het einde van de green
Afstand tot het midden van de green
Afstand tot het begin van de green
Par voor de hole
4
(Garmin
31).
Volgende hole
Vorige hole
De vlag verplaatsen
U kunt de green in meer detail bekijken en de pinlocatie
verplaatsen.
1
Selecteer in het hole-weergavescherm START > Verplaats
vlag.
2
Selecteer UP of DOWN om de pinlocatie te verplaatsen.
3
Selecteer START.
De afstanden op het hole-weergavescherm worden
bijgewerkt met de nieuwe pinlocatie. De pinlocatie wordt
alleen opgeslagen voor de huidige ronde.
Gemeten shots weergeven
Voordat het toestel automatisch shots kan detecteren en meten,
moet u het bijhouden van de score inschakelen.
Uw toestel beschikt over een functie voor het automatische
detecteren en vastleggen van shots. Telkens wanneer u tegen
de bal slaat op de fairway, legt het toestel uw slagafstand vast,
zodat u deze later kunt bekijken.
TIP: Automatische detectie werkt het beste wanneer u het
toestel op uw belangrijke pols draagt en goed contact maakt met
de bal. Putts worden niet gedetecteerd.
1
Selecteer tijdens het golfen START > Shot meten.
Uw laatste shot-afstand wordt weergegeven.
OPMERKING: De afstand wordt automatisch hersteld
wanneer u de bal opnieuw raakt, putt op de green, of naar de
volgende hole gaat.
2
Selecteer DOWN om alle vastgelegde shot-afstanden weer
te geven.
Layup- en dogleg-afstanden weergeven
U kunt een lijst met layup- en dogleg-afstanden weergeven voor
par 4 en 5 holes.
Selecteer START > Layups.
Elke layup en de afstand tot elke layup verschijnen op het
scherm.
OPMERKING: afstanden worden uit de lijst verwijderd
wanneer u deze passeert.
Score bijhouden
1
Selecteer in het hole-weergavescherm START > Scorekaart.
De scorekaart wordt weergegeven wanneer u op de green
staat.
2
Selecteer UP of DOWN om door de holes te bladeren.
3
Selecteer START om een hole te selecteren.
4
Selecteer UP of DOWN om de score in te stellen.
Uw totale score wordt bijgewerkt.
Een score bijwerken
1
Selecteer in het hole-weergavescherm START > Scorekaart.
2
Selecteer UP of DOWN om door de holes te bladeren.
3
Selecteer START om een hole te selecteren.
4
Selecteer UP of DOWN om de score voor die hole te
wijzigen.
Uw totale score wordt bijgewerkt.
TruSwing
™
Met de TruSwing functie kunt u swinggegevens bekijken die zijn
vastgelegd met uw TruSwing toestel. Ga naar
/golf
als u een TruSwing toestel wilt aanschaffen.
De golfafstandteller gebruiken
U kunt de afstandteller gebruiken om de afgelegde afstand, het
aantal stappen en de tijd vast te leggen. De afstandteller start en
stopt automatisch wanneer u een ronde start of stopt.
www.garmin.com
Activiteiten en apps