Bediening pomp (afbeelding 5):
Bediening van de pomp via de controlekast.
a. Display voor:
•
Aangeven stappen 0-100 bij indrukken toets op (c) en af (d)
•
Aangeven stroomverbruik (zichtbaar na enkele seconden nadat
b. Toets voor het aan- en uitschakelen van de pomp.
c. Toets voor het verhogen van de capaciteit.
d. Toets voor het verminderen van de capaciteit
De pomp zal terug gaan naar de laatste stand waarop de pomp is ingesteld, nadat de pomp was
uitgeschakeld.
Beveiliging tegen overbelasting
De ingebouwde beveiliging schakelt de pomp bij oververhitting uit.
Haal de stekker uit het stopcontact en laat de pomp afkoelen.
De pomp mag niet ongecontroleerd weer aangezet worden na afkoeling.
Controleer eerst onderstaande punten:
•
Is er voldoende water voorhanden?
•
Is de aanzuigkorf verstopt?
•
Zit er vuil in het pomphuis (reinigen zoals beschreven in de instructie)?
•
Zijn de slangen of sproeiers verstopt?
•
Is de pomp voldoende afgekoeld?
Is het probleem verholpen dan kunt u de pomp weer in werking stellen door de stekker weer in het
stopcontact te steken.
Demonteren: (afbeelding 7)
•
Let op de veiligheidsvoorschriften.
Haal de stekker uit het stopcontact.
•
Neem de aanzuigkorf (2) van het pomphuis (3) (indien aanwezig).
•
Draai de schroeven (12) uit de tegenloopring (11).
•
Neem de volledige pomp (9) met het pomphuis (3) uit de voet (10).
•
Verwijder de pomphuisschroeven (8).
•
Neem het pomphuis (3) van de motorbehuizing (9).
•
Haal de rotor (5) uit de motor (9). LET OP: de magneet van de rotor (3) is krachtig en zal terug
willen schieten in de motor (9). Voorkom klemming van o.a. vingers. Let op de 0-ring (4).
•
Reinig alle onderdelen met helder water en een zachte spons.
•
Defecte onderdelen vervangen.
Monteren: (afbeelding 7)
•
Plaats de rotor (3) terug in de motor (9.) LET OP: de magneet van de rotor (3) is krachtig en zal met
veel kracht terug schieten in de motor (9) Voorkom klemming van o.a. vingers.
•
Plaats de 0-ring (4) terug en kijk of deze goed zit.
•
Controleer of de rotor (3) vrij rond kan draaien.
•
Pomphuis (4) op de motor (9) terug plaatsen en vervolgens met de pomphuisschroeven (8)
gelijkmatig vast te schroeven.
•
Plaats de pomp (9) met het pomphuis (3) terug in de voet (10).
•
Plaats de tegenloopring (11) terug en zet deze vast met de schroeven (12)
•
Plaats de aanzuigkorf (2) terug op het pomphuis (3), indien de aanzuigkorf (2) wordt gebruikt.
•
Als alles weer goed gemonteerd is kan de pomp weer in werking worden gezet.
- 11 -