Hoofdstuk 3
Installatie
1. Inleiding
2. Bevestiging aan de wand
of op een wagentje
3. Persluchtaansluitingen
E 1995 Nordson Corporation
Alle rechten voorbehouden
PAS OP: Sta enkel gekwalificeerd personeel toe de volgende
taken uit te voeren. Alle veiligheidsvoorschriften uit deze
handleiding en uit alle andere relevante documentatie in acht
nemen.
PAS OP: Alle systeemcomponenten, de pomp inbegrepen,
moeten geaard zijn. Het niet aanbrengen van een veilige aarding
kan door ontlading van statische elektriciteit brand of explosie
veroorzaken.
Afbeelding 3‐1 toont een typisch verwarmd, circulerend systeem met één
enkel pistool. Bij systemen met meerdere pistolen wordt in de regel een
dubbelfilter na de pomp, een batterij verwarmers vóór het eerste pistool in
het systeem en een filter vóór ieder ander pistool geïnstalleerd. Om de
materiaaltemperatuur constant te houden, kunnen bijkomende
verwarmers na ieder pistool geïnstalleerd worden. Doodlopende
(niet-circulerende) systemen zijn gewoonlijk koud met slechts één of meer
filters en parallelle lijnen van de filter(s) naar het pistool.
Wanneer de 25B pomp aan de wand, op een statief of op een wagentje
geïnstalleerd wordt, moet er minstens 500 mm vrije ruimte aan de
onderkant van de pomp aanwezig zin. De plaats van installatie moet voor
bediening en onderhoud goed toegankelijk zijn.
De diameter van de boutengaten in de optionele
wandbevestigingsconsole is 8,4 mm, de centerafstand is 152 mm.
OPMERKING: Een goedgekeurde ontluchtingsklep, ingesteld op 6,9 bar,
moet in de toevoerlijn naar deze pomp aangebracht worden.
OPMERKING: Wanneer een optionele bevestigingsset besteld is,
installeer dan eerst de persluchttoevoerfitting, die met de pomp wordt
meegeleverd, aan de luchtinlaatopening. Deze fitting heeft een ingebouwd
filter om te voorkomen dat verontreinigingen de vierwegenklep of de
luchtmotor beschadigen.
1. Monteer de luchtfitting en de drukregelaar met manometer, die met de
optionele bevestigingsset meegeleverd zijn, op de
persluchttoevoeropening bovenaan rechts van de luchtmotor.
2. Installeer een persluchtafsluitkraan, een wandelstok en een
purgeerkraan vóór de drukregelaar.
292 973E
Uitgave 04/95
3‐1
Installatie
3
/
NPT
8
Handleiding 1‐8