Inhoudsopgave
Advertenties
Hoofdstuk 4
Gebruik
1. Eerste opstartprocedure
E 1995 Nordson Corporation
Alle rechten voorbehouden
PAS OP: Sta enkel gekwalificeerd personeel toe de volgende
taken uit te voeren. Alle veiligheidsvoorschriften uit deze
handleiding en uit alle andere relevante documentatie in acht
nemen.
De pomp, alvorens ze in gebruik te nemen, spoelen met een oplosmiddel
of een reinigingsoplossing, compatibel met de dichtingen en de pakkingen
van iedere systeemcomponent en met het te verpompen materiaal.
Hierdoor worden alle verontreinigingen, die tijdens de fabricatie in pomp of
systeem achtergebleven zijn, weggespoeld.
1. Zie afbeelding 4‐1. Plaats de aanzuigbuis en -filter (6) in een emmer
met spoelmiddel. Bij een circulerend systeem de afvoerbuis (7) in een
geschikte afvalemmer plaatsen. Bij een niet-circulerend systeem de
spuitkop en ev. de luchtkap van het pistool afnemen (11). Richt het
pistool in een afvalemmer.
2. Indien voorhanden, sluit de circulatiekraan (9) en open de afvoerkraan
(8) langzaam.
3. Draai de knop (4) van de drukregelaar volledig naar links. De
manometer moet nu 0 bar aangeven.
4. Open de afsluitkraan (5) van de luchttoevoer.
5. Draai de knop (4) van de drukregelaar tot de pomp begint te werken.
Stel de persluchtdruk zo in, dat de pomp ongeveer 8-10 slagen per
minuut maakt. Bij een niet-circulerend systeem, het spuitpistool (11)
afvuren in een afvalemmer.
6. Regel de olievernevelaar zo, dat hij iedere 17-25 slagen één druppel
geeft ofwel één druppel per minuut.
7. Laat de pomp (1) lang genoeg werken om genoeg spoelmiddel te
laten circuleren, zodat alle verontreinigingen uit het systeem
verwijderd worden. Wanneer het systeem circulerend is, de
circulatiekraan (9) gesloten houden.
8. Neem aanzuigbuis en -filter (6) uit de emmer met spoelmiddel. Laat de
pomp (1) verder werken tot al het spoelmiddel uit het systeem is en er
luchtbellen uit de afvoerbuis (7) of uit het pistool (11) te voorschijn
komen.
292 973E
Uitgave 04/95
4‐1
Gebruik
Handleiding 1‐8
Advertenties
Inhoudsopgave
