Veiligheid
■
Zorg dat alle verpakkingsmaterialen uit de
magnetron verwijderd zijn.
■
De magnetron moet geplaatst worden op
een vlakke, stabiele ondergrond.
■
De magnetron mag niet in een vochtige
omgeving of in de buurt van brandbare
materialen ingebouwd worden.
■
Voor een juiste werking heeft de magnetron
voldoende ventilatie nodig (zie pag. 5). Het
toestel dient volgens de voorschriften
geïnstalleerd te worden.
Inbouwmaten en benodigde ventilatieruimte
ventilatie-
ruimte
geen
achterwand
■
Het aansluitsnoer moet onbeschadigd zijn
en mag niet onder de magnetron doorlopen
of in contact komen met hete oppervlakken
of scherpe randen.
■
Het stopcontact moet te allen tijde
bereikbaar zijn, zodat in geval van een
calamiteit de stekker snel uit het
stopcontact genomen kan worden.
■
De magnetron is alleen bestemd voor
gebruik binnenshuis.
geen andere bedrading in
de kast aanbrengen
niets bovenop de
kast leggen