Algemeen
Leidingen moeten volgens de geldende voorschriften
worden aangesloten. De FIGHTER 1140 kan werken
tot een retourtemperatuur van zo'n 58* °C en een aan-
voertemperatuur vanuit de warmtepomp van zo'n 70*
°C. De compressor levert tot maximaal 65* °C, de rest
wordt met bijverwarming gerealiseerd.
* Van toepassing op 5 kW 1-fase, 6 – 17 kW 3-fasen
3 x 400 V.
De andere warmtepompen hebben een maximale retour-
temperatuur van 50 °C een maximale aanvoertempera-
tuur vanuit de warmtepomp van ongeveer 60 °C.
Aangezien de FIGHTER 1140 niet is uitgerust met
afsluiters, dienen deze afsluiters buiten de warmte-
pomp te worden gemonteerd om eventuele service te
vereenvoudigen.
LET OP!
Voordat de warmtepomp wordt aangesloten,
moet het leidingsysteem worden doorgespoeld
om te voorkomen dat componenten
beschadigd raken door verontreinigingen.
Circulatiepomp CV-systeem
De circulatiepomp van het CV-systeem (VBP) werkt gelijktij-
dig met de circulatiepomp van het bronsysteem (KBP) bij de
optie: vaste temperatuur instelling (installatie mogelijkheid 4).
Leidingaansluiting (bronsysteem)
Voor de berekening van de colledctor moet rekening
worden gehouden met de bodemstructuur en het ver-
mogen van de warmtepompen.
Tijdens het leggen van de horizontale collectorslang
moet ervoor worden gezorgd dat deze voortdurend
omhoog loopt naar de warmtepomp. Hierdoor worden
luchtbellen in het systeem voorkomen. Indien dit niet
mogelijk is, moeten hooggelegen punten van ontluch-
tingsmogelijkheden worden voorzien.
Alle bronleidingen in verwarmde ruimtes moeten tegen
condensatie worden geïsoleerd. Het niveaureservoir
(NK) moet als hoogste punt in het bronsysteem wor-
den geïnstalleerd, op de aanvoerleiding vóór de circu-
latiepomp van het bronsysteem. Bij het niveaureser-
voir kan condensvorming optreden. Plaats het reser-
voir daarom zodanig dat andere apparatuur niet kan
worden beschadigd.
Indien de temperatuur van het bronsysteem tot onder
het vriespunt kan dalen, moet het systeem tegen
bevriezing worden beveiligd tot -15 °C. Een goede richt-
waarde voor het berekenen van het volume is een liter
voorgemengd koelmedium (brine) per meter collector-
slang (bij gebruik van PEM-slang 40 x 2,4 PN 6,3).
Op het niveaureservoir moet worden aangegeven welk
type antivries er is gebruikt.
Afsluiters moeten zo dicht mogelijk bij de warmtepomp
worden gemonteerd. Monteer een vuilfilter op de
ingaande leiding.
Bij een open grondwatersysteem moet er, met het oog
op verontreiniging en bevriezingsgevaar voor de ver-
damper, een tussenliggend en tegen bevriezing bevei-
ligd circuit worden geïnstalleerd (bijvoorbeeld 10% gly-
col). Hiervoor is een extra warmtewisselaar nodig.
Aansluiting van de leidingen
Leidingaansluiting
De leidingen voor het verwarmingssysteem moeten aan
de bovenzijde worden aangesloten. De benodigde beveili-
gingen, afsluiters (zo dicht mogelijk bij warmtepomp instal-
leren) en het meegeleverde vuilfilter moet in de retour,
voor de condensor worden gemonteerd.
Bij aansluiting op een systeem met thermostaatkranen
op alle radiatoren moet er een overstortventiel (of buf-
fer) worden gemonteerd of moet er een aantal thermo-
staatkranen worden verwijderd om voldoende door-
stroming te waarborgen.
Warmteterugwinning ventilatie
De installatie kan uitgebreid worden met de afvoer-
luchtmodule FLM om warmteterugwinning uit de ven-
tilatielucht mogelijk te maken. Om condensatie te
voorkomen, moeten alle leidingen en kanalen en
andere koude oppervlakken geïsoleerd worden met
dampdicht isolatiemateriaal. Het bronsysteem (de
bodemcollector) moet worden
voorzien van een
expansievat. Als er
een
niveaureser-
voir is, moet dit
worden vervangen.
De installatie kan worden voorzien van ventilatorcon-
vectoren om een aansluiting voor vrije koeling moge-
lijk te maken.Om condensatie te voorkomen, moeten
alle leidingen en andere koude oppervlakken geïso-
leerd worden met dampdicht isolatiemateriaal. Als er
veel moet worden gekoeld, is een ventilatorconvector
met condensbak en afvoerleiding noodzakelijk. Het
bronsysteem (de bodemcollector) moet worden voor-
zien van een expan-
sievat. Als er een
niveaureservoir
moet dit worden ver-
vangen.
FIGHTER 1140
(CV-systeem)
Afblaaslucht
FLM 30
P
SÄV
RV
EXP
BV
Köldb ut
Bronsysteem uit
Vrije koeling
is,
P
Fläktkonvektor
Ventilatorconvectors
Bronsysteem uit
11
Afvoerlucht
Ø 160
Ø 160
Köldb in
Bronsysteem in
SF
A B
I II III
A B
I II
I II
A B
5 0 . 0
C
V a r m v a t t e n t e m p . 1 . 0
FIGHTER 1140
Bronsysteem in
Köldb ut
Köldb in
A B
I II III
A B
I II
I II
A B
5 0 . 0
C
V a r m v a t t e n t e m p . 1 . 0