dende wettelijke regels worden opgevolgd.
Gaat het om geharmoniseerde Europese
normen, standaarden en richtlijnen, dan gel-
den deze binnen de EU-binnenmarkt. Voor
de exploitant kunnen aanvullende nationale
richtlijnen en voorschriften gelden.
De beschrijvingen en instructies van deze
inbouw- en montagehandleiding hebben
betrekking op de standaarduitvoering.
De veiligheidsaanwijzingen houden geen
rekening met:
toevalligheden en gebeurtenissen die
w
bij de montage, het gebruik en het
onderhoud kunnen optreden;
De plaatselijke veiligheidsvoorschriften,
w
waarvan de naleving - ook door van
buiten aangetrokken montagepersoneel
- de verantwoordelijkheid is van de
gebruiker.
Neem bij vragen contact op met het
dichtstbijzijnde GEMÜ-verkooppunt.
1.2
Verklaring van symbolen en
aanwijzingen
De volgende symbolen geven
belangrijke informatie in deze inbouw- en
montagehandleiding aan:
GEVAAR
Direct gevaar!
Niet-inachtneming heeft dood of zwaar
P
letsel tot gevolg.
WAARSCHUWING
Mogelijk gevaarlijke situatie!
Bij niet-inachtneming bestaat kans op
P
dood of zwaar letsel.
VOORZICHTIG
Mogelijk gevaarlijke situatie!
Bij niet-inachtneming bestaat kans op
P
matig tot licht letsel.
VOORZICHTIG
(zOndeR SymbOOl)
Mogelijk gevaarlijke situatie!
Bij niet-inachtneming bestaat kans op
P
materiële schade.
Hand: Geeft algemene aanwijzin-
gen en aanbevelingen weer.
Punt: Geeft uit te voeren werk-
¬
zaamheden weer.
Pijl: Geeft reactie(s) op werkzaam-
P
heden weer.
Opsommingsteken
w
1.3
Veiligheidsaanwijzingen
De in deze veiligheidsaanwijzingen ge-
¬
noemde punten, de geldende nationale
en Europese voorschriften ter voorko-
ming van ongevallen alsmede eventuele
interne arbeids-, bedrijfs- en veiligheids-
voorschriften voor de exploitant in acht
nemen.
Montage, elektrische aansluiting
¬
en inbedrijfstelling uitsluitend door
gekwalificeerd en geïnstrueerd
personeel.
Het personeel voor bediening,
¬
onderhoud, inspectie en montage
moet de vereiste kwalificatie voor deze
werkzaamheden hebben.
De exploitant moet de verantwoordelijk-
¬
heid, de bevoegdheden en het toezicht
van het personeel zorgvuldig regelen.
Beschikt het personeel niet over de
¬
vereiste kennis, dan moet het worden
bijgeschoold en geïnstrueerd. Dit kan zo
nodig in opdracht van de exploitant door
de fabrikant / leverancier plaatsvinden.
De exploitant moet ervoor zorgen, dat het
¬
personeel de inhoud van de inbouw- en
montagehandleiding volledig begrijpt.
De elektrische veiligheid van de
¬
voedingsapparatuur moet zijn
gewaarborgd.
Elektrische gegevens aanhouden.
¬
Het negeren van de veiligheidsaanwijzingen
kan leiden tot gevaar voor personen
w
alsmede de omgeving en de elektrische
positiemelder;
kan ertoe leiden dat er geen aanspraak
w
op schadevergoeding meer kan worden
gemaakt.
19 / 36
1211