4.5
Montage van de
positiemelder
K
F
Draai het draadeind K los (niet eruit
¬
draaien).
Plaats het onderstuk van de
¬
positiemelder op het geleidingsstuk F.
Voorzichtig bij het plaatsen, dat de
schakelaars niet door schakelnokken
beschadigd raken!
Draai de elektrische positiemelder in de
¬
gewenste aansluitrichting en fixeer de
stand met draadeind K.
4.6
Instelling van de
schakelstanden
Na het vervangen van het
¬
membraan (en/of het verstellen
van de hefbegrenzing) moeten
de schakelstanden opnieuw
worden afgesteld!
L
M
N
Voorbereiding, zie hoofdstuk 4 - 4.5.
¬
Bovenste schakelstand instellen:
Zet de afsluiter in de stand "open".
¬
Draai de bouten P los.
¬
Verschuif met de rechter bout L de
¬
schakelaar O tot de gewenste positie.
Zorg dat het schakelvlak
¬
volledig door schakelnok
Q wordt bedekt, om een
eenduidig schakelsignaal te
krijgen.
Draai de bouten P vast.
¬
De bovenste schakelstand is ingesteld.
P
Onderste schakelstand instellen:
Zet de afsluiter in de stand "gesloten".
¬
Draai de bouten M los.
¬
Verschuif met de linker bout L de
¬
schakelaar N tot de gewenste positie.
Zorg dat het schakelvlak
¬
volledig door schakelnok
Q wordt bedekt, om een
eenduidig schakelsignaal te
krijgen.
25 / 36
O
P
Q
1211