Nederlands
Een voor beeld voor de aansturing van een remstuk is in het systeemschema in hoofdstuk 1
weergegeven. Al naar gelang de stand van de schakelaar wordt het remstuk van stroom voorzien
door de rijbooster of de rembooster. Als schakelaar kan b.v. een bi-stabiel relais worden gebr uikt
dat ook een bijbehorend sein aanstuurt.
4
S88-modules
Verbind de s88-module(s) met de uitgang „s88-Rückmelder". De stekker kan maar op één manier
in de aansluiting worden gestoken. In totaal kunnen er max. 32 s88-terugmelders of s88-
compatible modules worden aangesloten.
Let op der handleidi ng van de s88-module!
Hoofdstuk 11: Achtergrondinformatie
5
DCC-programmeerrails
Wanneer u een DCC-loc- of functiedecoder wilt uitlezen of programmeren sluit u een railstuk aan
op de progr ammeerrailsaansluiting van de MasterControl. De benodi gde aansluitkabel is in de
verpakking aanwezig.
Plaats het voertuig op de programmeerrails. Welke programmeermethodes voor uw decoder geschikt
zijn en welke parameters u kunt instellen leest u in de handleiding van de decoder. Let op:
Wanneer u de programmeerrails in uw modelspoorbaan integreert (b.v een opstelspoor),
moet u ervoor zorgen dat de beide railstaven tijdens het programmeren van de rest van de
modelspoor baan zijn gescheiden. Anders
modelspoor baan.
U kunt alleen DCC-decoders via de aansluiting „DCC-Programmiergleis" programmeren.
Motorola-decoders met Online-programmering programmeert u op de modelspoorbaan of een
railovaal dat via de rijbooster op de MasterControl is aangesloten.
Hoofdstuk 6.2. DCC-decoders programmeren
6
Seriële-interface /
U kunt een PC via de interfaces met de MasterControl verbinden, om:
een software-update uit te voeren,
de MasterControl via een PC-software aan te sturen. Wanneer u parallel verschillende
besturingsprogramma's wilt gebruiken kun u beide interfaces tegelijk gebruiken.
Let op: Bij een eerste gebruik van het USB-interface moet u de bijgevoegde driver op uw
computer installeren.
8
EasyNet
Via het RJ45-interface verbind u de decentrale bedieningsappar aten (b.v . LokControl) met het
EasyNet. Voor de aansluiting kunt u een gewone in de handel te verkrijgen 0-modemkabel
gebruiken, die ook voor het koppelen van PCs wordt gebruikt. Let ook op de handleiding van het
besturingsapparaat.
Om meerdere decentrale bedieningsapparaten aan te sluiten heeft u bovendien nodi g:
vanaf
twee bedieningsapparaten: een verdeler BusControl (speciale accessoire). De
BusControl is geschikt voor het aansturen van max. negen bedieningsapparaten. Wilt u
meerdere appar aten aansluiten dan heeft u extra BusControls nodig.
Vanaf vijf bedieningsapparaten: een extra trafo (extra accessoire). Eén extra trafo is geschikt
voor de voeding van vijf extra stuurapparaten. Wilt u meer apparaten aansluiten dan heeft u
extra trafo's nodig.
Pagina 3.2
7
USB-in terface
programmeert u alle DCC-decoders
MasterControl
op de