Elektrische installatie
5
Installatievoorschriften
5.4
Installatievoorschriften
5.4.1
Netvoedingskabels aansluiten
5.4.2
Aardlekschakelaar
5.4.3
Netmagneetschakelaar
24
Technische handleiding – MOVIFIT
•
De nominale spanning en frequentie van het MOVIFIT
komen met de gegevens van het voedingsnet.
•
Pas de kabeldoorsnede aan overeenkomstig ingangsstroomsterkte I
vermogen (zie hoofdstuk "Technische gegevens").
•
Installeer voor de kabelbeveiliging aan het begin van de netvoedingskabel achter
de railsysteemaftakking veiligheidsinrichtingen.
De volgende veiligheidsinrichtingen zijn toegestaan:
– Smeltveiligheden uit bedrijfsklasse gG
– Vermogensschakelaar van karakteristiek B of C
– Motorbeveiligingsschakelaar
Pas de afmetingen van de veiligheidsinrichtingen aan de betreffende kabeldoor-
snede aan.
WAARSCHUWING
Geen betrouwbare bescherming tegen stroomstoot bij verkeerd type aardlekschake-
laar.
Dodelijk of ernstig lichamelijk letsel.
•
Dit product kan gelijkstroom in de veiligheidsaardleiding veroorzaken. Als voor de
bescherming in het geval van een directe of indirecte aanraakbeveiliging een
aardlekschakelaar (RCD) of een aardlekbewakingsapparaat (RCM) wordt ge-
bruikt, is aan de voedingszijde van dit product slechts één RCD of RCM van het
type B toegestaan.
•
Als de toepassing van een aardlekschakelaar niet is voorgeschreven, adviseert
SEW‑EURODRIVE van het gebruik van een aardlekschakelaar af te zien.
•
Om de netvoedingskabel te schakelen moeten er magneetschakelcontacten van
de gebruikscategorie AC-3 conform EN 60947-4-1 worden toegepast.
•
Gebruik de netmagneetschakelaar K (zie het hoofdstuk "Installatietopologie") niet
voor het tipbedrijf maar alleen voor het in- en uitschakelen van het apparaat. Houd
voor de netmagneetschakelaar K een minimum uitschakeltijd aan van 10 s.
®
compact
®
-apparaat moeten overeen-
bij nominaal
net