Printer instellen onder Windows
Meld u met administratieve privileges aan bij Windows
Selecteer in het menu Start de optie Instellingen en vervolgens
Printers.
1
Selecteer Printer toevoegen. (Als u reeds een Brother-printer
driver hebt geïnstalleerd, dubbelklikt u op de printer driver die u
wilt configureren en selecteert u Printers/Eigenschappen.
Selecteer vervolgens het tabblad Poorten, klik op Poort
toevoegen en ga verder vanaf stap 4 (negeer stap 9-11 over
het installeren van de driver).
2
Selecteer Deze computer en klik op Volgende.
3
Selecteer Poort toevoegen.
4
Selecteer Hewlett-Packard-netwerkpoort en klik op Nieuwe
poort.
5
In het grote vak onder Kaartadres wordt een lijst van
beschikbare MAC-adressen (Ethernetadressen) voor de
afdrukserver geopend. Selecteer het adres van de gewenste
afdrukserver (u vindt het Ethernetadres op de
configuratiepagina van de printer)
U kunt de knooppuntnaam en het MAC-adres vinden door de
configuratiepagina van de printer af te drukken. Raadpleeg
de installatiehandleiding voor informatie over het op uw
afdrukserver afdrukken van de configuratiepagina.
6
In het kleine vak onder Kaartadres verschijnt het geselecteerde
afdrukserveradres.
7
Typ een naam voor de poort (let erop dat u niet de naam van
een reeds bestaande poort of van een DOS-apparaat kiest,
zoals LPT1), klik op OK en klik in het scherm Printerpoorten op
Sluiten.
8
De naam die u in vorige stap hebt geselecteerd, zal nu als een
geselecteerde poort in de lijst van beschikbare poorten staan.
Klik op Volgende.
®
NT 4.0
®
AFDRUKKEN VIA DLC 8 - 4
NT.