2. Programmeren
[13]
Buiten terugk.bereik
[14]
Onder terugk., laag
[15]
Boven terugk., hoog
[16]
Thermische waarschu-
2
wing
[17]
Netsp. buiten bereik
[18]
Omkeren
[19]
Waarschuwing
[20]
Alarm (uitsch)
[21]
Alrm (uitsch & blok)
[22]
Comparator 0
[23]
Comparator 1
[24]
Comparator 2
[25]
Comparator 3
[26]
Log. regel 0
[27]
Log. regel 1
[28]
Log. regel 2
[29]
Log. regel 3
[33]
Digitale ingang DI18
[34]
Digitale ingang DI19
[35]
Digitale ingang DI27
[36]
Digitale ingang DI29
(alleen FC 302)
[37]
Digitale ingang DI32
[38]
Digitale ingang DI33
[50]
Comparator 4
[51]
Comparator 5
[60]
Log. regel 4
[61]
Log. regel 5
15-13 Logmodus
Option:
*
Altijd loggen
[0]
[1]
1x loggen na trigger
15-14 Steekproeven voor trigger
Range:
*
50
[0 - 100]
2.16.4. Hist. log, 15-2*
Geef tot 50 gelogde gegevensitems weer via de arrayparameters in deze parametergroep. Voor alle parameters in de groep geldt dat [0] de meest recente
gegevens aanduidt en [49] de oudste gegevens. De gegevens worden gelogd bij elke
tenissen
in deze context heeft betrekking op wijzigingen in een van de volgende gebieden:
1.
Digitale ingang
152
Selecteer de triggergebeurtenis. Als er een triggergebeurtenis plaatsvindt, wordt een tijdvenster toegepast om
de log vast te houden. De log zal vervolgens een bepaald percentage van de steekproeven die vooraf gaan aan
de triggergebeurtenis (par. 15-14) vasthouden.
Functie:
Altijd loggen
Selecteer
[0] om continu te loggen.
1x loggen na trigger
Selecteer
[1] om het loggen te starten en te stoppen op basis van par. 15-12 en 15-14.
Functie:
Geef aan welk percentage van alle steekproeven voorafgaand aan een triggergebeurtenis moeten worden vast-
gehouden in het logbestand. Zie ook par. 15-12 en par. 15-13.
®
MG.33.M3.10 – VLT
is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
FC 300 Programmeerhandleiding
gebeurtenis
(niet te verwarren met SLC-gebeurtenissen).
Gebeur-