2 Binnenunits zonder afstandsbediening zijn niet toegelaten.
b
a
3 Bij twee afstandsbedieningen die compatibel zijn met een R32-
veiligheidssysteem moet er zich minstens één in dezelfde kamer
als de binnenunit bevinden.
b
a
d
d
4 In speciale situaties moet een afstandsbediening op een locatie
onder supervisie worden geïnstalleerd.
In kamer: master-afstandsbediening in volledig functionele stand
OF in stand alleen alarm.
In supervisor-kamer: supervisor-afstandsbediening.
b
a
d
a
Buitenunit
b
Compatibel luchtgordijn
c
Afstandsbediening NIET compatibel met R32-
veiligheidssysteem
d
Afstandsbediening compatibel met R32-
veiligheidssysteem
e
Afstandsbediening in supervisor-stand
f
Supervisor-kamer
NIET toegelaten
Toegelaten
Natuurlijke ventilatie
Natuurlijke ventilatie is een veiligheidsmaatregel waarbij wordt
geventileerd naar een plaats met voldoende lucht om het gelekte
koelmiddel te verdunnen zoals een grote ruimte.
De veiligheidsmaatregel natuurlijke ventilatie kan worden toegepast
door de onderstaande stappen toe te passen:
Stap 1 – Bepaal de totale kameroppervlakte, dit is de totale
oppervlakte van de ruimte met natuurlijke ventilatie en de ruimte
waarin het luchtgordijn is geïnstalleerd/werkt:
De respectievelijke kameroppervlakte kan worden bepaald door de
muren, deuren en scheidingen op de vloer te projecteren en de
ingesloten oppervlakte te berekenen. Ruimten die alleen verbonden
worden door een verlaagd plafond, kanaalwerk of dergelijke worden
niet als één ruimte beschouwd.
Stap 2 – Bepaal de limiet voor de totale hoeveelheid koelmiddel aan
de hand van de onderstaande grafiek of tabel:
ERA200~300AMYFB
Inverter-buitenunit voor AHU-optiekit en luchtgordijnen
4P780153-1 – 2024.07
b
a
d
b
a
d
d
f
e
13 Speciale vereisten voor R32-units
250
240
230
220
210
200
190
180
170
160
150
140
130
120
110
100
90
80
70
60
50
40
30
20
10
0
0
5
10
15
20
25
30
35
40
m [kg]
m
Limiet voor de totale hoeveelheid koelmiddel in het
systeem [kg]
A
Oppervlakte van de kamer met natuurlijke ventilatie [m²]
1
A
Oppervlakte van de kamer waarin een luchtgordijn is
geïnstalleerd/werkt [m²]
Opmerking: De afgeleide waarden moeten naar beneden worden
afgerond.
De grafieken en de tabel zijn gebaseerd op een installatiehoogte van
het luchtgordijn tussen 1,8 m en 2,2 m (onderkant van luchtgordijn of
onderkant van kanaalopeningen).
Bij een installatiehoogte van meer dan 2,2 m kan een hogere limiet
voor de totale hoeveelheid koelmiddel in het systeem gelden. Om de
limiet voor de totale hoeveelheid koelmiddel in het systeem te weten
voor een installatiehoogte van meer dan 2,2 m, zie de online tool
(VRV
Xpress).
Stap 3 – De totale hoeveelheid koelmiddel in het systeem MOET
kleiner zijn dan de limiet voor de hoeveelheid koelmiddel afgeleid uit
de bovenstaande grafiek. ANDERS is de veiligheidsmaatregel
natuurlijke ventilatie niet toegelaten.
Stap 4 – De scheiding tussen twee kamers op eenzelfde verdieping
MOET voldoen aan één van de volgende twee vereisten voor
natuurlijke ventilatie.
1
Kamers op dezelfde verdieping die verbonden zijn door een
permanente opening tot op de vloer waardoor zich mensen
kunnen bewegen.
2
Kamers op dezelfde verdieping die verbonden zijn door
permanente openingen die voldoen aan de volgende vereisten.
De openingen moeten bestaan uit twee delen om natuurlijke
ventilatie mogelijk te maken.
A
nvmin
≥ 50% A
≤ 100 mm
A
Minimale oppervlakte natuurlijke ventilatie
nvmin
Voor de onderste opening:
▪ Het is geen opening naar buiten
▪ De opening kan niet worden afgesloten
▪ De opening moet ≥0,012 m² zijn (A
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
A
+ A
m
[m²]
1
0
10
20
30
10.1
40
13.5
50
16.8
60
20.2
70
23.6
80
27.0
90
30.3
100
33.7
110
37.1
120
40.5
130
43.9
140
47.2
150
50.6
160
54.0
170
57.4
180
60.7
190
64.1
200
67.5
210
70.9
220
74.2
230
77.6
236
79.6
237
79.8
45
50
55
60
65
70
75
80
240
79.8
250
79.8
≥ 20 mm
≥ 20 mm
nvmin
)
nvmin
[kg]
0
3.3
6.7
23