8 • Algemene veiligheidsvoorschriften
V 03/06
te worden gewaarborgd dat uitsluitend specifiek opgeleide en daartoe
aangewezen personen deze bewegingsapparatuur naderen.
Afschermingen dienen in overeenstemming met de plaatselijke
veiligheidsvoorschriften op locatie aangebracht te worden.
Toegangsbeperkingen in bijzondere omstandigheden
De organisatie die de apparatuur gebruikt dient er te allen tijde voor te
zorgen dat bij reparaties aan elektrische onderdelen of bij het weer in
bedrijf stellen van de apparatuur, noodzakelijke maatregelen worden
getroffen, zoals afscherming ten behoeve van het afbakenen van de
toegang voor onbevoegden.
Verbod op eigenmachtig ombouwen en het doorvoeren
van wijzigingen aan de machine
Elk eigenmachtig ombouwen van en wijzigingen aan de
poederspuitinstallatie zijn op basis van de veiligheidsvoorzieningen niet
toegestaan.
Bij beschadigingen aan de poederspuitinstallatie mag de installatie
absoluut niet verder worden gebruikt en dient het defecte onderdeel
direct vervangen of gerepareerd te worden. Uitsluitend originele ITW
Gema-(reserve)onderdelen mogen worden gebruikt. Bij schade door
gebruik van niet-originele (reserve)onderdelen vervalt iedere aanspraak
op garantie.
Reparaties mogen uitsluitend door een vakman of door ITW Gema
geautoriseerde reparatiewerkplaatsen worden uitgevoerd.
Eigenmachtige, onbevoegde ingrepen kunnen tot lichamelijke
verwondingen en materiële schade leiden. De garantie van ITW Gema
AG komt hierdoor te vervallen.
Veiligheidsbepalingen voor het elektrostatisch
poederspuiten
1. Deze installatie kan gevaarlijk zijn als zij niet in overeenstemming
met de instructies (zoals in deze gebruiksaanwijzing beschreven)
wordt bediend.
2. Alle elektrostatisch geleidende onderdelen die zich binnen een
afstand van 5 m van de spuitstandplaats bevinden en vooral de
werkstukken moeten geaard zijn.
3. De vloer van het spuitgebied moet elektrisch geleidend zijn
(normaal beton is in het algemeen geleidend).
4. Het bedieningspersoneel moet elektrisch geleidend schoeisel
dragen (bijv. met lederen zolen).
5. Het bedieningspersoneel dient het pistool met de blote handen
vast te houden. Als handschoenen worden gedragen dienen
deze elektrisch geleidend te zijn.
6. De meegeleverde aardingskabel (groen/geel) op de
aardingsschroef van het elektrostatische poederspuitapparaat
aansluiten. De aardingskabel moet goed met de spuitcabine, de
terugwinninginstallatie en transportketting resp. de
ophanginrichting van de objecten verbonden zijn.
7. De spannings- en poedertoevoerleidingen naar de pistolen
moeten zodanig geleid worden, dat deze in verregaande mate
beschermd zijn tegen mechanische, thermische en chemische
beschadigingen.
OptiFlex A1