OptiFlex A1
V 03/06
uitgevoerd worden als de poederspuitinstallatie uitgeschakeld is.
De organisatie die de apparatuur gebruikt dient het daarvoor
aangewezen personeel hierover te informeren en dient hen
hiertoe te verplichten.
9. Werkzaamheden zoals de controle van het fluïdiseren en de
hoogspanning van het pistool worden bij een geactiveerde
poederspuitinstallatie uitgevoerd.
Aanwijzingen t.a.v. gevaarlijke bronnen
Stroom/spanning
Nogmaals wordt expliciet op het dreigende levensgevaar bij sterkstroom
en het niet in acht nemen van de uitschakelprocedure gewezen. Onder
stroom staande apparatuur mag niet worden geopend. De stekker dient
uit het stopcontact genomen te worden omdat anders het gevaar op een
elektrische schok bestaat.
Poeder
Ongunstige poeder-luchtconcentraties kunnen in de aanwezigheid van
vonken ontvlammen. De spuitcabine dient voldoende te worden
geventileerd. Wanneer er poeder op de grond ligt in de omgeving van de
poederspuitinstallatie bestaat er slipgevaar.
Statische lading
Een elektrostatische lading kan diverse gevolgen hebben:
Elektrostatische lading van personen, elektrische schok, vonkvorming
Het (elektrostatisch) laden van objecten dient vermeden te worden – zie
hoofdstuk "Aarding".
Aarding
Alle elektrisch geleidende delen die zich binnen het werkgebied (volgens
DIN VDE 0745 Deel 102: binnen een afstand van 1,5 m aan de zijkanten
van elke opening van de cabine en binnen een afstand van 2,5 m in de
diepte rondom elke opening van de cabine) bevinden en met name de te
bewerken materialen, dienen geaard te worden. De weerstand van de
aardafleiding dient per werkstuk maximaal 1 MOhm te bedragen. Deze
weerstand dient regelmatig gecontroleerd te worden. De toestand van de
opname-eigenschappen van het werkstuk evenals de ophanging dient
ervoor zorg te dragen dat de werkstukken geaard blijven. Als de aarding
van het werkstuk via een ophanginrichting wordt gerealiseerd, dient deze
steeds schoon gehouden te worden, opdat de noodzakelijke geleiding
behouden zou blijven. Ter controle van de aarding dient daarvoor
geschikt meetapparatuur op de werkplek beschikbaar te zijn en gebruikt
te worden.
Perslucht
Bij langere arbeidsonderbrekingen of stilstanden dient de
poederspuitinstallatie drukloos gemaakt te worden. Bij beschadigingen
van pneumatische slangen, bij het ongecontroleerd spuiten en bij
ondeskundig gebruik bestaat gevaar op verwondingen.
Verwonding en klemsituaties
Tijdens de werking kan zich bewegingsapparatuur (hefapparatuur,
uitschuifbare assen) in het werkgebied, automatisch verplaatsen. Er dient
Algemene veiligheidsvoorschriften • 7