LET OP
De steunpoot van de dissel moet door één persoon omlaag gezet worden, die moet
controleren of de ruimte onder de dissel vrij is. Het bedrijf RM kan niet aansprakelijk gesteld
worden voor schade veroorzaakt door de niet inachtneming van dit verbod.
B.
Verwijder de pin van de draaikrans (pos.1 foto F) en draai dan de haspel, op de achterkant van de
sproeierwagen drukkend. Indien nodig, het zwenkwiel optillen zoals aangegeven op foto O; zet het wieltje
direct weer in de verticale stand.
LET OP
Bij enkele modellen moet men, voor de rotatie van de draaikrans, eerst de Bauer dop van de
dubbele watertoevoer verwijderen.
LET OP
Op de machines die niet voorzien zijn van hydraulische rotatie moet men, voor de pin te
verwijderen, opletten of de draaikrans niet per ongeluk draait (door de mogelijke helling
van de machine naar één kant). Blijf met uw lichaam en ledematen op veilige afstand van
de machine.
Richt de slanghaspel perfect op één lijn met de richting waarin de
slang uitgerold wordt; gebruik hiervoor ter verwijzing de zijkant van de
haspel.
De slang kan ook op niet perfect rechtlijnige terreinen uitgerold worden;
in ieder geval moeten de eerste 50 à 60 m slang vanaf de machine
perfect op één lijn liggen met de haspel (zie fig.).
C.
Na de haspel in de goede richting gezet te hebben, hem met de pin in een van de speciale gaten
bevestigen, om de gewenste hoekstand te verkrijgen moet de machine in een van de posities van de
vertanding gebruikt worden.
LET OP
Na de haspel in de gewenste stand vastgezet te hebben, controleren of de voorkant van de
sproeierwagen niet te dicht bij één van de twee wielen van de machine staat. Dan zouden
de banden kunnen beschadigen bij het oprollen van de slang.
De waarschuwing hierboven geldt vooral voor de modellen waarbij de polyethyleen slang, als hij helemaal
opgerold is, op een zijkant van de haspel eindigt. Laat de achterste steunpoten tot op de grond zakken en
bevestig ze met de speciale pinnen (pos.3 foto A); bij de modellen met hydraulisch bestuurde achterste
steunpoten, de hendel van het ventiel van de trekker gebruiken (of de handpomp).
LET OP
De achterste steunpoten moeten door één persoon neergelaten worden, die moet controleren of de ruimte
onder de poten vrij is. Het bedrijf RM kan niet aansprakelijk gesteld worden voor schade veroorzaakt door
de niet inachtneming van het bovenstaande verbod.
Draai aan de slinger (pos.1 foto G) om de beugel op de grond te bevestigen .
LET OP
Voor een betrouwbare verankering moet de grond waarop de beugels steunen stevig zijn: de
grond moet compact zijn.
Deel 4: GEBRUIK VAN DE MACHINE
SI
NO
23/52