Om het begrip «veilige afstand» duidelijk te maken, is het volgende schema gemaakt, waaruit alle
minimumafstanden afgeleid kunnen worden die tijdens de irrigatie in acht genomen moeten worden.
Er zijn drie werkgebieden aangegeven:
A =
Sproeierwagen: hier vindt de irrigatie plaats, de minimumafstand moet aan de zijkanten en aan de
achterkant van de wagen 5 m zijn terwijl aan de voorkant 3m genoeg is.
B =
Irrigatieslang: hier wordt het water vervoerd, in dit gebied heerst geen ernstig gevaar, het is evenwel
belangrijk op een afstand van 2 meter te blijven.
C =
Beregeningshaspel: hier bestaat het meeste risico op ongelukken en moet u zich dus op een afstand
van 5 meter van de machine houden.
26/52
B
A
The drawings and the technical data are R.M. S.p.a. - © R.M. S.p.a. - Revision 01.01.2007
GEBRUIKSAANWYZING
C