Fronius Symo Hybrid
Weergave van
De inverter beschikt over een systeemzelfdiagnose die een groot aantal mogelijke
statuscodes
fouten zelfstandig herkent en op het display weergeeft. Hierdoor kunnen defec-
ten van de inverter en de PV-installatie alsmede installatie- en bedieningsfouten
snel worden opgespoord.
Indien de systeemzelfdiagnose een concrete fout heeft gevonden, wordt de bij-
behorende statuscode op het display weergegeven.
BELANGRIJK! Kortstondig aangegeven statuscodes kunnen gevolg zijn van het
regelgedrag van de inverter. Werkt de inverter vervolgens storingsvrij verder, dan
is geen fout aanwezig.
Volledig uitval-
Het display kan op drie verschillende manieren worden gevoed. Alleen wanneer al
len van het dis-
deze drie manieren uitvallen, blijft het display donker. In dit geval het volgende
play
uitvoeren:
-
-
-
Statuscodes -
Statuscodes van klasse 1 treden meestal slechts tijdelijk op en worden door het
klasse 1
openbare stroomnet veroorzaakt.
Voorbeeld: De netfrequentie is te hoog en de inverter mag op basis van een stan-
daard geen energie aan het net leveren. Er is geen storing in het apparaat opge-
treden.
De inverter reageert vervolgens met een scheiding van het net. Vervolgens wordt
het net gedurende de voorgeschreven bewakingsperiode gecontroleerd. Wordt na
deze periode geen storing meer vastgesteld, dan zet de inverter de levering van
energie aan het net weer voort.
Afhankelijk van de landspecifieke setup is de softstart-functie GPIS geactiveerd:
overeenkomstig de nationale richtlijn wordt na een uitschakeling naar aanleiding
van een AC-storing het uitgangsvermogen van de inverter permanent verhoogd.
Code
Beschrijving
102
AC-spanning te hoog
103
AC-spanning te laag
105
AC-frequentie te hoog
106
AC-frequentie te laag
107
AC-net niet aanwezig
108
Eilandfunctie gedetec-
teerd
112
Fout RCMU
AC-spanning op aansluitingen van inverter controleren:
de AC-spanning moet 220/230 V (+ 10% / - 5%) respectievelijk 380/400 V (+
10% / - 5%) bedragen.
DC-spanning van de solarmodule op de aansluitingen van de inverter contro-
leren: De DC-spanning mag niet groter dan 180 V zijn.
DC-spanning van de accu op de aansluitingen van de inverter controleren: De
DC-spanning moet groter dan 120 V zijn.
Gedrag
Zodra de netcondities na
uitvoerige controle het
toelaatbare gebied weer
hebben bereikt, begint de
inverter opnieuw met de
levering aan het net.
Verhelpen
Netaansluitingen controle-
ren;
indien de statuscode con-
tinu wordt weergegeven,
neem dan contact op met
uw installatiemonteur
125