klaarmaken
voor
gebruik
18
k l a a r m a k e n v o o r g e b r u i k
Telefoon
aan- en
uitzetten
Telefoon
aanzetten
1. Plaats de
batterij
in de telefoon
en
sluit de
telefoon
aan
op
bijvoorbeeld
de
reisadapter,
de
aanstekeradapter
of de handsfree carkit. Of
plaats
een
opgeladen batterij
in de telefoon.
2. Druk enkele seconden op
tot
het LCD-scherm
oplicht.
3.
Afhankelijk
van
de PIN-code
instellingen,
dient
u
al
dan niet de PIN-code in
te toetsen.
Telefoon
uitzetten
1. Druk enkele seconden op
tot
het LCD-scherm
wordt
uitgeschakeld.
Codes
wijzigen
Met de in dit hoofdstuk beschreven
toegangscodes
voorkomt
u
dat
er
ongeoorloofd gebruik
wordt
gemaakt
van uw
telefoon. De
toegangscodes (met
uitzondering
van
de PUK-
en
PUK2-codes)
kunnen
worden
gewijzigd
via
(Menu 9.4.5).
PIN-code
(4
tot
8
cijfers)
De PIN-code
(Personal
Identification
Number)
beveiligt
de SIM-kaart
tegen
onbevoegd gebruik.
Gewoonlijk
wordt deze code
samen
met
de SIM-kaart
geleverd.
Als
u
de
optie
Verzoek PIN-code hebt
geactiveerd,
moet
u
telkens als
u
het toestel
aanzet
deze code intoetsen. Is de
optie
Verzoek PIN-code
gedeactiveerd,
dan maakt het toestel rechtstreeks
verbinding
met
het netwerk zonder
om
de PIN-code
te
vragen.
PIN2-code
(4
tot
8
cijfers)
De
PIN2-code,
die
bij sommige
SIM-kaarten wordt
geleverd,
hebt
u
nodig
om
toegang
te
krijgen
tot
bepaalde
functies zoals Overzicht
telefoonrekening
of
Beperkt
kiezen. Deze functies
zijn
alleen beschikbaar
als
ze
door
uw
SIM-kaart worden ondersteund. Neem
ook
bij
verlies
van
de PUK2-code
contact
op
met
uw
netwerkexploitant.