2. Buiten bereik-tekens
• Als een patiënt buiten het normale bereik voor een van de analyten valt, dan wordt het
resultaat in omgekeerde weergave aangegeven, d.w.z. dat de achtergrond van het resultaat
zwart en de waarde in witte cijfers wordt weergegeven. Onder de resultaten wordt een
waarschuwing weergegeven:
• Als de interne kwaliteitscontrolezones voor het apparaat of een specifieke analyt
onaanvaardbaar zijn, wordt bij de betreffende analyt(en) een uitroepteken ( ! ) weergegeven
in plaats van een waarde en de volgende waarschuwing verschijnt: ! INTERNAL QC OUT
OF RANGE [INTERNE KWALITEITSCONTROLE BUITEN BEREIK]
• Als de test van een kwaliteitscontrolemonster voor een specifieke analyt op de betreffende
apparaatpartij onaanvaardbaar is, wordt bij de betreffende analyt een pondteken ( # )
weergegeven in plaats van een waarde en de volgende waarschuwing verschijnt: # QC
SAMPLE OUT OF RANGE [NUMMER KWALITEITSCONTROLEMONSTER BUITEN BEREIK].
• Als zowel kwaliteitscontrolemonster- als interne kwaliteitscontrolefouten aanwezig zijn voor
een specifieke analyt, worden zowel een pondteken als een uitroepteken ( # ! ) weergegeven
in plaats van een waarde en verschijnen beide waarschuwingen: ! INTERNAL QC OUT OF
RANGE [INTERNE KWALITEITSCONTROLE BUITEN BEREIK] en # QC SAMPLE OUT OF
RANGE [NUMMER KWALITEITSCONTROLETEST BUITEN BEREIK].
3. Geblokkeerde resultaten
Wanneer er sprake is van een kwaliteitscontrolefout op een testapparaat voor een specifieke
analyt of voor het gehele testpanel, worden de betreffende analyten geblokkeerd voor weergave
en vervangen door een buiten bereik-teken ( ! en/of # ).
De foutconditie moet worden opgelost en de test herhaald om een resultaat te verkrijgen.
4. Frequentie test kwaliteitscontrolemonster
• Hoe vaak een externe vloeistofcontrole, test van een kwaliteitscontrolemonster, moet
worden uitgevoerd, kan worden geselecteerd onder SET PARAMETERS [PARAMETERS
INSTELLEN]. Als de tijdsinterval is verstreken, moeten tests met kwaliteitscontrolemonsters
worden uitgevoerd en aanvaardbare resultaten worden verkregen voordat een patiënonster
kan worden getest.
• Een lijst van testapparaatpartijen en de vervaldatum van de test met het
kwaliteitscontrolemonster kan worden bekeken en afgedrukt door REAGENT LOTS - QC
[REAGENSPARTIJEN – KWALITEITSCONTROLE] te selecteren onder het menu RECALL
RESULTS [RESULTATEN OPROEPEN].
5. Toegang Supervisor
Om misbruik te voorkomen is de Supervisor CODE CHIP-module vereist om toegang te krijgen
tot de functies SET PARAMETERS [PARAMETERS INSTELLEN] en DELETE RESULTS
[RESULTATEN VERWIJDEREN] van de software. De Supervisor CODE CHIP is universeel en
kan worden gebruikt op elke Quidel Triage MeterPro.
[PAT.RESULTAAT ABNORMAAL]
88