Vereiste instellingen voor scannen
Een bestemming registreren (FTP)
Registreren
Open Web Config en selecteer vervolgens het tabblad Scannen > Contactpersonen. Selecteer het nummer dat u
voor uw contactpersonen wilt registreren en klik op Bewerken.
"Web Config uitvoeren in een webbrowser" op pagina 37
U kunt instellingen ook configureren via het bedieningspaneel van de scanner. Selecteer Instel. > Contacten-
beheer > Toevoegen/Bewerken/Wissen > Geg. toev. > Contact toevoegen > Netwerkmap/FTP.
Instellingen voor Contactpersonen
Item
Aantal (Registernummer)
Naam
Indexwoord
Type (alleen Web Config)
Veilige verbinding (alleen Web Config)
Communicat. modus (alleen
bedieningspaneel)
Opslaan in
Gebruikersnaam
Wachtwoord
Aansluitmodus
Poortnummer
Certificaatvalidatie (alleen Web Config)
De knop Toepassen (alleen Web
Config)
De knop OK (alleen bedieningspaneel)
Klik op de koppeling hieronder voor meer informatie over het gebruik van de functie Scan naar netwerkmap/FTP.
"Werkwijze voor de functie Scan naar netwerkmap/FTP" op pagina 105
>
Bestemmingen in de contactpersonen opslaan
Instellingen en toelichting
Hiermee stelt u het nummer in voor de bestemming die voor uw contactpersonen
moet worden geregistreerd.
Voer de naam in die moet worden weergegeven bij Contactpersonen. Gebruik
maximaal 30 tekens in Unicode (UTF-16). Als u dit niet opgeeft, laat u dit leeg.
Voer de naam in die moet worden gebruikt voor het indexeren en zoeken van
Contactpersonen. Gebruik maximaal 30 tekens in Unicode (UTF-16). Als u dit niet
opgeeft, laat u dit leeg.
Selecteer FTP.
Selecteer FTP of FTPS, afhankelijk van het protocol voor bestandsoverdracht dat
door de FTP-server wordt ondersteund. Selecteer FTPS om communicatie door de
scanner met beveiligingsmaatregelen toe te staan.
Voer de naam van de doelserver in. Gebruik minimaal 1 en maximaal 253 tekens
("ftp://" en "ftps://" niet inbegrepen) in Unicode (UTF-16).
Voer een gebruikersnaam in voor toegang tot een FTP-server. Gebruik maximaal
30 tekens in Unicode (UTF-16). Vermijd hierbij het gebruik van stuurcodes (0x00
tot 0x1F, 0x7F). Als de server anonieme verbindingen toestaat, voert u als
gebruikersnaam bijvoorbeeld Anoniem en FTP in. Als u dit niet opgeeft, laat u dit
leeg.
Voer een wachtwoord in voor toegang tot de FTP-server. Gebruik minimaal 0 en
maximaal 20 tekens in Unicode (UTF-16). Vermijd hierbij het gebruik van
stuurcodes (0x00 tot 0x1F, 0x7F). Als u dit niet opgeeft, laat u dit leeg.
Selecteer de verbindingsmodus in het menu. Als tussen de scanner en de FTP-
server een firewall is ingesteld, selecteert u Passieve modus.
Voer een FTP-serverpoortnummer tussen 1 en 65535 in.
Het certificaat van de FTP-server is geldig wanneer dit is ingeschakeld. Dit is
beschikbaar wanneer FTPS is geselecteerd voor Veilige verbinding.
Voordat u dit configureert, moet u het CA-certificaat naar de scanner importeren.
De bestemming wordt geregistreerd aan de hand van de gegevens die u hebt
ingevoerd.
157
>
Een bestemming reg