Inhoudsopgave
Advertenties
Beschikbare talen
Beschikbare talen
Wanneer behandeling met medicijnen nodig is, hangt niet alleen af
van de bloeddruk maar ook van het betreffende risicoprofiel van de
patiënt. Raadpleeg uw arts ook als slechts één van de beide waarden
(systolisch, diastolisch) voortdurend boven de grenswaarden voor
een duidelijk verhoogde bloeddruk ligt.
Bloeddrukwaarden
Om de bloeddruk te kunnen bepalen, moeten er twee waarden
gemeten worden:
• De systolische (bovenste) bloeddruk: deze ontstaat als de hartspier
samentrekt en het bloed in de bloedvaten wordt geperst.
• De diastolische (onderste) bloeddruk: deze ontstaat als de hartspier
ontspannen is en het hart zich weer met bloed vult.
De meetwaarden van de bloeddruk worden aangegeven in mmHg (mm
kwikkolom).
De wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft de volgende
grenswaarden voor de beoordeling van bloeddrukwaarden vastgelegd:
Beoordeling
Duidelijk verhoogde bloeddruk
(hypertonie)
Nog normale bloeddruk
Normale bloeddruk
Optimale bloeddruk
Bij een eigen meting van de bloeddruk thuis worden vaak iets lagere
waarden dan bij de arts gemeten. Daarom hebben hogedrukspecialisten
voor meting thuis lagere grenswaarden vastgesteld:
Meting thuis: 135/85 mmHg
Meting bij de huisarts: 140/90 mmHg
systolisch
Vanaf 140 mmHg
130 tot 139 mmHg
120 tot 129 mmHg
Tot 119 mmHg
diastolisch
Vanaf 90 mmHg
85 tot 89 mmHg
80 tot 84 mmHg
Tot 79 mmHg
95
NL
Advertenties
Inhoudsopgave
