– het apparaat niet meer wordt gebruikt;
– wanneer er niemand in de buurt is die het apparaat in het
oog kan houden;
– het onweert.
Bescherm het apparaat tegen druip- en spatwater. Zorg er-
voor dat het apparaat niet in aanraking komt met water of
andere vloeistoffen. Houd het apparaat, het netsnoer en de
stekker uit de buurt van wastafels, gootstenen en dergelijke.
Trek onmiddellijk de stekker uit het geaarde stopcontact als
er vloeistof in het apparaat terecht is gekomen.
Laat het apparaat controleren door een professioneel repara-
tiebedrijf.
Gebruik het apparaat niet in de openlucht.
Stel het apparaat niet bloot aan extreme omstandigheden.
Vermijd:
– hoge luchtvochtigheid of vocht;
– extreem hoge en lage temperaturen;
– direct zonlicht;
– open vuur.
3.1. Ingebruikname en gebruik
WAARSCHUWING!
Brandgevaar!
Er bestaat brandgevaar door hete oppervlakken.
Om te voorkomen dat de beveiliging tegen oververhitting
per ongeluk wordt uitgeschakeld, mag het apparaat niet
van stroom worden voorzien via een extern schakelsysteem
(bijvoorbeeld een schakelklok) of zijn verbonden met een
stroomkring die regelmatig door een installatie wordt in- en
uitgeschakeld.
Plaats het apparaat op een hittebestendige, droge en vlakke
ondergrond.
Plaats het apparaat niet op een ondergrond die heet kan wor-
den (bijvoorbeeld een kookplaat of open vuur).
64