5.2
Onderhoudsprocedures
voor de pomp
5.2.1
Algemene aanbevelingen
– Verplaatsingen moeten worden overgelaten aan
gespecialiseerd personeel om schade aan de pomp
en fysiek letsel te voorkomen.
– Houd bij het verplaatsen van de pomp rekening
met het gewicht:
•
P4 - 220G: 330 kg
•
P6 - 250G: 350 kg
•
P8 - 265G: 420 kg
– Tap het water in de pomp na ieder gebruik af via
de aftapklep onderaan het pomphuis.
– Als de pomp voor onderhoudswerkzaamheden uit
de machine moet worden geheven:
•
Tap het water af
•
Koppel de leidingen af
•
Gebruik het hefpunt (1) boven op de machine
•
Gebruik geschikte hijsbanden
Houd het versnellen en vertragen
!
van de hefbeweging binnen veilige
grenzen (max. 0,5 m/s).
!
Sta of loop niet onder de pomp
terwijl ze wordt opgetakeld!
5.2.2
Controle mechanische
afdichting
Om te vermijden dat de machine droog kan draaien, is
er een olietank met thermosifonkring voorzien. Dit
systeem koelt en smeert de schuivende oppervlakken
van de afdichting wanneer de pomp droog draait.
Ververs de olie indien nodig. Voor de intervallen, zie
hoofdstuk "Onderhoudsschema's" op pagina 30.
Gebruik altijd PAROIL E.
Verwijder de olievuldop en vul olie bij totdat de
oliepeilmonitor aangeeft dat de machine vol is.
- 43 -
5.2.3
Controle vacuümpomp
Het diafragma van de vacuümpomp is van het
oliebadtype.
Daarom
kan
beschadigd raken als ze op een laag oliepeil draait.
Om dit te voorkomen is een oliepeilkijkglas
aangebracht op de vacuümpomp.
Schroef de olievuldop los en vul het oliepeil aan
indien nodig. Voor de intervallen, zie hoofdstuk
"Onderhoudsschema's" op pagina 30. Gebruik steeds
MOBIL GEAR 600 XP 460 of een andere olie met
dezelfde viscositeit.
de
vacuümpomp