In- En Uitschakelniveaus; Draairichting - Grundfos SL1.50 Installatie- En Bedieningsinstructies
Verberg thumbnails
Zie ook voor SL1.50:
- Installatie- en bedieningsinstructies (43 pagina's) ,
- Installatie- en bedieningsinstructies (48 pagina's) ,
- Installatie- en bedieningsinstructies (36 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Beschikbare talen
Beschikbare talen
6.2 In- en uitschakelniveaus
Het verschil tussen het in- en uitschakelniveau
kan worden ingesteld door de vrije kabellengte te
wijzigen.
Lange vrije kabel = groot niveauverschil.
Korte vrije kabel = klein niveauverschil.
Let op de volgende punten.
•
Om luchtinlaat en trillingen te
voorkomen, installeert u de
uitschakelniveauschakelaar zodanig
dat de pomp wordt uitgeschakeld
voordat het vloeistofniveau wordt
verlaagd tot onder de bovenrand van
de klem op de pomp.
•
Installeer de niveauschakelaar voor
inschakelen zodanig dat de pomp
wordt ingeschakeld op het vereiste
niveau; de pomp moet echter altijd
worden ingeschakeld voordat het
vloeistofniveau de onderste
instroomleiding naar de put bereikt.
De CU 100 mag niet worden gebruikt voor
Ex-toepassingen.
In- en uitschakelniveaus
Pos. Beschrijving
A
Alarm
SR
Start
S
Stop
AS
Aanvullende stop
6.3 Draairichting
De pomp mag worden gestart gedurende
een zeer korte periode zonder dat deze
ondergedompeld is om de draairichting te
controleren.
De richtingscontrole moet buiten het
gevaarlijke gebied worden uitgevoerd.
De wikkeling van alle eenfase pompen is in de fabriek
ingesteld op de juiste draairichting.
Voordat driefasen pompen worden ingeschakeld dient
de draairichting gecontroleerd te worden.
Een pijl op het statorhuis geeft de juiste richting aan.
De waaier draait met de klok mee. Bij
inschakeling trekt de pomp tegen de klok
in.
Wanneer de draairichting verkeerd is, wissel dan
twee van de fasen in de voedingskabel om.
Controle van de draairichting
Controleer de draairichting op één van de volgende
manieren, elke keer dat de pomp is aangesloten op
een nieuwe opstelling.
Procedure 1:
1. Schakel de pomp in en meet de hoeveelheid
vloeistof of de persdruk.
2. Stop de pomp en verwissel twee van de fasen in
de voedingskabel.
3. Start de pomp opnieuw en meet de hoeveelheid
A
vloeistof of de persdruk.
SR
4. Schakel de pomp uit.
5. Vergelijk de resultaten onder punt 1 en 3. De
aansluiting die de grootste hoeveelheid vloeistof
S
of de hoogste druk geeft, heeft de juiste
draairichting.
AS
25
Advertenties
Inhoudsopgave
