Inhoudsopgave
Advertenties
Specifieke symptomen Wat u ervaart
Niet opladen wanneer
u een USB Type-C-
aansluiting gebruikt op
de computer, laptop enz.
Periodiek opladen
wanneer u een USB
Type-C-aansluiting
gebruikt op de computer,
laptop enz.
Specifieke Universal Serial Bus (USB)-problemen
Tabel 30.
Specifieke Universal Serial Bus (USB)-problemen
Specifieke symptomen Wat u ervaart
USB-interface werkt niet USB-randapparatuur
SuperSpeed USB
3.2-interface is traag.
Draadloze USB-
randapparatuur stopt
met werken wanneer
een USB 3.2-apparaat
wordt aangesloten.
USB werkt niet
Ethernetproblemen
Tabel 31.
Ethernetproblemen
Specifieke symptomen Wat u ervaart
Ethernet werkt niet
Mogelijke oplossingen
•
Niet opladen
•
•
•
•
•
Periodiek opladen
•
•
Mogelijke oplossingen
•
werkt niet
•
•
•
•
•
•
SuperSpeed USB
3.2-randapparatuur
•
werkt traag of helemaal
niet
•
•
•
•
Draadloze USB-
randapparatuur reageert
traag of werkt alleen
•
als de afstand tussen
zichzelf en de ontvanger
•
afneemt
•
Geen USB-functies
Mogelijke oplossingen
•
Dell webbeheer voor
beeldschermen werkt
•
niet
•
Controleer of het apparaat een van de laadprofielen 5 V/9 V/15 V/20 V kan
ondersteunen.
Controleer of de notebook een > 90 W voedingsadapter vereist.
Als de notebook een >90W voedingsadapter vereist, zal deze mogelijk niet
opladen met de USB Type-C-aansluiting.
Zorg dat u alleen de door Dell goedgekeurde adapter of de adapter die bij het
product is geleverd, gebruikt.
Controleer of de USB Type-C-kabel niet beschadigd is.
Controleer of het maximale stroomverbruik van het apparaat niet hoger is dan
90 W.
Zorg dat u alleen de door Dell goedgekeurde adapter of de adapter die bij het
product is geleverd, gebruikt.
Controleer of de USB Type-C-kabel niet beschadigd is.
Controleer dat uw display is ingeschakeld.
Sluit de upstreamkabel weer aan op uw computer.
Sluit de USB-randapparatuur weer aan (downstream connector).
Schakel het scherm uit en opnieuw in.
Herstart de computer.
Sommige USB-apparaten, zoals externe draagbare HDD, vereisen een hogere
elektrische stroom; sluit het apparaat direct op het computersysteem aan.
Controleer dat uw computer geschikt is voor USB 3.2.
Sommige computers hebben USB 3.1-, USB 3.0-, USB 2.0- en USB 1.1-poorten.
Zorg dat de juiste USB-poort wordt gebruikt.
Sluit de upstreamkabel weer aan op uw computer.
Sluit de USB-randapparatuur weer aan (downstream connector).
Herstart de computer.
Vergroot de afstand tussen de USB 3.2-randapparatuur en de draadloze USB-
ontvanger.
Plaats uw draadloze USB-ontvanger zo dicht mogelijk bij de draadloze USB-
randapparatuur.
Gebruik een USB-verlengsnoer om de draadloze USB-ontvanger zo ver mogelijk
van de USB 3.2-poort te plaatsen.
Bekijk de ingangsbron en de USB-koppelingstabel.
Controleer of de netwerkkabel die het scherm verbindt, goed is vastgemaakt.
Houd de joystickknop 3 seconden ingedrukt om in te schakelen. Er verschijnt
een netwerkpictogram
dat gedurende 3 seconden in het midden wordt
weergegeven .
Houd de joystickknop 3 seconden ingedrukt om uit te schakelen. Er verschijnt
een netwerkpictogram
dat gedurende 3 seconden in het midden wordt
weergegeven .
Foutoplossing
59
Advertenties
Inhoudsopgave
